159
Bewapening Martini Henry geweren. Uniform jagersgroen, uitmon
stering scharlakenrood. Standplaatsen: Bangalore, Mysore.
c. De vrijwillige jagers van Nilgiri (Nilgiri Volunteer Rifles).
Formatie: 1 kolonel-honorair (de Gouverneur van Madras), 1 ma
joor, commandant (gedetacheerd van het leger), 1 kapitein-adjudant
(gedetacheerd van het leger), 1 officier van Gezondheid (gedetacheerd
van het leger), 3 kapiteins, 6 luitenants; de formatie der onderoffi
cieren en manschappen wordt niet vermeld. Bewapening Martini
Henry geweren. Uniform jagersgroen, uitmonstering scharlaken
rood. StandplaatsenOotacamund, Lovedale cn Coonoor. Telt
waarschijnlijk 3 compagnieën.
cl. Het vrijwillige jagerskorps van den Zuid-Indischen spoorweg
(South Indian railway volunteer rifle corps).
Formatie waarschijnlijk 2 compagnieën van de formatie wordt
slechts vermeld, dat het korps telt1 majoor, commandant, 2 ka
piteins en 3 luitenants. Standplaats tc Negapatam.
Totaalsterkte der Infanterie van de vrijwilligerkorpsen in het gou
vernement van Madras naar alle waarschijnlijkheid 17 compagnieën.
II. De Artillerie.
In dit gouvernement bevindt zich slechts één vrijwilligerkorps der
Artillerie en wel ter hoofdplaats van het gewest
De Artillerie-vrijwilligers van Madras (Madras Artillery volunteers).
Van de formatie wordt niets anders vermeld dan dat het korps 1
majoor, commandant, 1 kapitein, 1 officier van Gezondheid en 2
luitenants heeft. Uniform blauw, uitmonstering scharlakenrood.
Dit artilleriekorps doet den dienst van Vestingartillerie. In admi
nistratieven zin is het vereenigd met het korps garde vrijwilligers
van Madras.
W. C. Nieuwenhuijzen.
Atjeh, April 1886.