161 „hunne officieren, (opdat zij meer bekend zouden worden met de ver schillende positiën, welke de omstreken hunner garnizoensplaatsen aan- bieden, en de middelen welke die opleveren, in verband tot de uit te „voeren bewegingen, of gedane vooi'onderstellingenmet oogmerk om „hun kennis van terrein en practische velddienst uit te breiden of te „onderhouden) beurtelings deze of gene vooronderstellingen, hetzij tot „het doen van verkenning of het maken van diversie, hetzij voor be wegingen van aanval of verdediging, of een positie te nemen dan wel „om te retireren, in één woord, alle denkbare gevallen, die kunnen voor komen, op te geven, vergezeld van een geschreven instructie indien de „omvang en belangrijkheid der beweging zulks vordert, met last om „daarvoor een plan te beramen en dat met de ter zijner beschikking „gestelde magt uit te voeren. „Die vooronderstelling moet in belangrijkheid geevenredigd wezen aan „den rang van den officier en het kommando dat hem in oorlog of bij „opstand moet kunnen worden aanvertrouwd, en daarbij zal (zooals in „het algemeen bij het manoeuvreren der troepen op militaire wandelingen) „worden gelet op het verschil van vijand, namelijk of het een Europesche „dan wel een inlandsche vijand zij, hetgene van zoo grooten invloed is „op de schatting van deszelfs numerieke, wetenschappelijke, materiële „en zedelijke sterkte." Het eerste, nu volgend voorschrift, wat betreft de oefening van de troepen, dateert van 1870 en is vervat in de A. O. No. 202 van dat jaar. De oefeningen toch, van de onderscheiden wapens vereenigd, waren volgens die A. O. ontaard in: „een exereeeren uit de linieschool, „waarbij elke leidende gedachte ontbreekt, en de andere wapens, „zonder dat deze eenige bijzondere bevelen ontvangen, zich regelen „naar de infanterie. „Het manoeuvreeren" zoo vervolgt deze order „d.i. het uit roeren van eenige tactische onderstelling, waarbij de onderscheidene „troepensoorten overeenkomstig hare eigenaardige bestemming op treden, gebeurt slechts zelden." Yaudaar ook dat genoemde order voorschrijft: „Tot het uitvoeren van gecombineerde manoeuvres make men meer „gebruik van het in de omstreken der garnizoenen gelegen geacciden teerd terrein. Daarbij voere men eenvoudige onderstellingen uit, waarbij de ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 172