164
geworden, doch in geheel onvoldoenden getalebij de divisie Veld
en Bergartillerie alhier vindt men er b. v. twee voor 9 officieren.
V enschelijk zoude het dan ook zijn, dat van alle garnizoensplaatsen
met omstreken eene goedkoope uitgave van kaarten het licht zag,
opdat elk officier zich daarvan kon voorzien.
Wat aangaat de oefeningen van de veld- en berg'oatterijen buiten
verband met de andere wapens, men kan uit de bij die batterijen
bestaande dienst-tableaux de daarbij heerschende leidende gedachte
leeren kennen.
Ik heb vóór mij liggen de dienst-tableaux van de 1°, 2°, 3e, 5e
10°, 18e en 21e compagnie artillerie; alzoo van 7 van de 8 batte
rijen, waarbij dan de 21° compagnie als een veldbatterij en nietwat
zij in werkelijkheid toch is als een depot, tevens instructie-batterij,
is in rekening gebracht. Vergelijkt men nu die verschillende dienst-
tableaux, dan komt men tot de uitkomst, dat zij, op kleine wijzigin
gen na, van denzelfden inhoud zijn en alzoo de oefeningen bij de
batterijen volgens een- en hetzelfde stelsel plaats hebben, iets wat
in principe goed is. Kortheidshalve volgt dan hier ook slechts het
dienst-tableau voor de divisie Veld- en Bergartillerie te Weltevreden,
althans voor zooveel betreft de indeeling van de werkzaamheden; de
toelichtingen toch, waarin opgave van de tijdstippen van het foura-
geeren, het uitbetalen van de soldij, het houden van het rapport
door den divisiecommandant, de verdeeling van den tijd, welke aan
het pansement besteed wordt, enz. worden gemakshalve weggelaten,
als zijnde geheel zonder waarde voor het hier beoogde doel.