174
Ook slechts bij de oefeningen op Dinsdag en Vrijdag zouden de
jaarlijks toegestane losse schoten kunnen worden verbruiktwaar
schijnlijk trok men daarvan dan meer nut dan door eene verdeeling,
zooals nu bij de Art. O. 1879 No. 25 is voorgeschreven, namelijk
het 4/s gedeelte bij de practische oefeningen en het resteerende
Vs voor militaire marschen of manoeuvres.
Enkel bij de oefeningen op Dinsdag (alzoo op allerlei terreinen)
wenschte ik de dit jaar ingevoerde en zoo hoogst nuttige oefening
iu het schatten van afstanden door middel van seinkardoesjes te
zien toegepast. Op het Koningsplein, waar de afstand tusschen
de twee batterijen hoogstens 1000 M. bedroeg, werden spoedig goede
resultaten verkregen; hoe geheel anders werd dit evenwel, toen deze
oefening eens op een slechts zeer weinig geaccidenteerd terrein werd
uitgevoerd; de afstand bedroeg 1500 M en toch was niet één
van de officieren goed ingeschoten; eerst toen een met een binocle
gewapend onderofficier als waarnemer in een boom klom, en daardoor
6 a 7 M. boven het terrein verheven was, verkreeg men betere
resultateu.
2°. Zullen aan de exercitiën en theorieën met de kanonniers op
Maandag en Donderdag 1-) uur besteed moeten worden; voor de
stukrijders zal 1 uur meer dan voldoende zijn. Slechts in geval
van nood moet een stukrijder als kanonnier invallen en neemt dau
natuurlijk een van de minst gewichtige bedieningen waar.
3°. Voor het Inlandsch kader is geen uur voor het manege-rijden
uitgetrokken; mocht men deze oefening blijven noodig achten, zoo
kon zij het geschiktst op Zaterdagmorgen gesteld worden.
Ten slotte nog een enkele vraag, al staat die ook niet in direct
verband met de dagelijksche oefeningen van de batterijen. Sinds
daartoe gelegenheid bestaat, wordt in de 1° Militaire Afdeeling op
Java bij het houden van de practische oefeningen te Batoe Djadjar,
den tegenwoordigen batterijcommandant zelfstandige opdrachten aan de luitenants
gegeven. Ook wordt daar menigmaal afgeweken van het voor de 2e, 10e en 21e
compagnie artillerie bestemde dienst-tableau, waartoe de bevoegdheid is gegeven.