ONZE SCHIETTEliREINEN (Met platen) Reeds sedert geruimen tijd is een nieuw voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen bij de infanterie van het N. I. leger in bewerking; uit de mededeeling, vervat in No. 3 van het I.M T., jaargang 1886, dat dit voorschrift waarschijnlijk in den loop van dit jaar kan worden te gemoet gezien, schjjnt echter te mogen worden afgeleid dat de schietoefeningen zeker niet voor den aanvang van het schietseizoen van het jaar 1887 volgens dat voorschrift zullen kunnen gehouden worden. Met het oog op die omstandigheid kan het zijn nut hebben, onze schietterreinen en de dienstregeling aldaar tot een onderwerp van behan deling te maken en te overwegen, in hoeverre de toestand van een en ander geacht kan worden aan de behoefte te voldoen en na te gaan wat c. q. tot verbetering kan en moet worden verricht, ten ein de van de schietoefeningen die vruchten te plukken, welke men met het oog op den tijd en de inspanning daaraan besteed mag verwachten. De beste weg, welke daartoe kan ingeslagen worden, schijnt wel het vergelijken van den toestand van en de dienstregeling op onze schietterreinen met een en ander elders; ten einde daardoor een juist beg ip te verkrijgen van de voor- en nadeelen aan elk van deze ver bonden en te komen tot het stellen van zekere eischen, ook op grond van hetgeen de ondervindiug ons ter zake geleerd heeft, waaruit dan van zelf kan worden afgeleid in hoeverre aan die eischen bij ons voldaan en wat tot verbetering noodig is. Dienovereenkomstig zal dus, alvorens tot een vergeljjkende beschouwing over te gaan, eerst een overzicht worden gegeven van hetgeen ter zake elders is bepaald. De voorschriften in Nederland zijn in hoofdzaak gelijkluidend met de onze; de afstand van de schijf tot den waarnemingspost bedraagt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 187