179 - oogenblik dat hij het hoofd buiten den ivaarnemingspost steektnaai de zijde van den schutter te zien. Bespeurt hij dat de seinschijf bij den schutter niet nedergelaten is, dan keert hij met den meesten spoed geheel binnen den waarnemings post terug. Het vertoonen van de seinschijf boven den waarnemingspost beteekent: er mag niet gevuurd worden of het vuur moet ophouden. Het vertoonen van de seinschijf bij den schutter beteekent: er wordt gevuurd of er zal gevuurd worden. Het aanwijzen van de schoten op de schijf geschiedt in Nederland naar dezelfde beginselen als bij ons, echter eenigszins gewijzigd met het oog op de inrichting der schijven. In Frankrijk luiden de voorschriften ter zake als volgt: (1) Om aan alle vcreischten to voldoen, moet voor de schietoefeningen kunnen worden beschikt over een terreinstrook van minstens 650 M. lang en 60 M. breed. Het peil van het grondwater moet 3 M. beneden het maaiveld blijven. In open terrein is het schootsveld aan het eene uiteinde begrensd door een kogelvanger 6 M. hoog, op den grond 20 M. en van boven 2 M. dik, de aarde opgezet onder een helling van 3/3. De breedte van den kogelvanger regelt zich naar de sterkte van het garnizoen. Een breedte van 60 M. laat de opstelling toe van 8 schijven van 2 M. in het vierkant met een tusschenruimte van 3 M., de bovenkant 2.5 M. beneden de kruin des kogelvangers. Deze is dus op den grond 60 M. cn langs de kruin 42 M. breed. Meer dan tien schijven worden voor één kogelvanger niet opgesteld, om vergissingen te voorkomen; de kogelvanger is bij die opstelling breed 70 M. op den grond en 52 M. langs de kruin. Kan over een breedere terreinstrook (1) Reglement sur l'instruetion du tir, approuvé le 11 November 18814,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 190