190
Een van deze schijfjes is wit, het andere aan een kant rood en aan
den anderen kant zwart geschilderd.
Tot het gebruik in den ingegraven waarnemingspost moet de stok 2.5
M. lang zijn.
Het witte bordpapieren of blikken schijfje, eveneens van 20 a 30 cM-
middellijn, is in het midden voorzien van een doorn, om dezen in het ko
gelgat in de schijf te kunnen steken.
Het terrein voor het gevechtsschieten dient tot opleiding en oefening
van den troep in het tactisch schieten.
Dit doel wordt te beter bereikt, naarmate het terrein gelegenheid geeft
tot het aanschouwelijk voorstellen van verschillende gevechtstoestanden.
Een matig doorsneden, doch overigens begaanbaar terrein met kleine ver
hevenheden en dekkingen van verschillenden aard is daartoe het meest
geschikt.
Is het schietterrein niet uitgestrekt genoeg, om het vuren op groote
afstanden toe te laten, dan moet daarvoor een afzonderlijk terrein worden
uitgezocht; de inrichting bepaalt zich dan tot de plaatsing der schijven;
kogelvangers en waarnemingsposten zijn dan onnoodig.
Het personeel in den waarnemingspost verricht den dienst bij de schijf
op teekens, welke van de plaats waar geschoten wordt gegeven worden
bij beweegbare schijven (blz. 189) op elke baan door de schel te doen
klinken
bij standschijven (blz. 189) op alle banen te gelijk door middel van
een signaal.
Tot het aanwijzen van het schot wordt de schel eens geluid of een stoot
op den hoorn gegeven, waarop het personeel in den waarnemingspost
vóór de schijf komt, de schijf zoo noodig verwisseld en het kogelgat dicht
geplakt wordt.
Bij standschijven komt altijd eerst een man met opgeheven vlag uit
den waarnemingspost, waarop de anderen volgen. Degene, die de vlag
draagt, keert het laatst en op bevel van den onderofficier met het toezicht
belast in den waarnemingspost terug.
In Noord-Amerika (1) zijn de schietterreinen iu den regel zoodanig
aangelegd dat één baan maar voor het schieten op één afstand is
ingericht; moet op de verschillende banen gelijktijdig geschoten wor-
(1) Die Infanterie Schieszinstruetionen Europa's und ilir Yerhiiltniss zur modernen
Taktik. Eine vergleicliende Reglementsstudie, von John Leerbech, Premierlieutenant
im danisehen Generalstabe, 1882.