KLEEDING EN KLEED1NGLIJSTEN Bij missive van het Departement van Oorlog, dd. 31 Mei 1886 Vc afdeeling, 2° bureau N°. 1102/6, wordt bekend gemaakt, „dat indien „reizigers 5e klasse (bij spoorreizen) meer bagage wenschen mede te „nemen dan 30 KG., per persoon, de daarvoor verschuldigde „vracht uit eigen middelen moet worden voldaan." Vrij transport van bagage tot een gewicht van 30 KG., per persoon, is zeker voldoende, wanneer een soldaat reist met zooveel uitrusting als hij noodig heeft, vermeerderd met eenige snuisterijen, waarvan hij zich niet wil ontdoen. Er zijn echter tal van soldaten, die zooveel baga ge op reis moeten medenemen, dat zij niet alleen de voor de spoorwegen toegestane 30 KG. verreweg overschrijden, maar langs de gewone wegen extra koelies moeten inhuren, om hunne kisten te laten transporteeren. Deze omstandigheid is in hooge mate schadelijk voor de marsch- vaardigheid van het leger en is vooral bij expedition oorzaak van tallooze reclames over verloren geraakte en achtergelaten kisten, wel ke in den regel niets bevatten dan uitrustingstukken, die wel is waar niet noodig zijn, maar overal worden meegevoerd, omdat zij in de kleedinglijsten staan aangeteekend (artikel 96 van het regle ment op den Inwendigen dienst.) Het model voor die kleedinglijsten leidt er als van zelve toe, dat zindelijke soldaten genoteerd worden voor veel meer kleeding dan noodig is. Bovendien staat in de 2° alinea van artikel 160, dat des Za terdags de sectiecommandanten zich zullen overtuigen dat ieder man in het bezit is van de hem toekomende kleeding, welke bepaling zoodanig wordt opgevatdat de man in het bezit moet zijn van alles, waarvoor hij te boek staat. Wel is waar zegt de 4° alinea van artikel 165, dat de compa gniescommandanten zullen nagaan, welke kleedingstukken behooren te worden vernieuwdmaar het woord vernieuwd geeft aan, dat hier alleen sprake is van benoodigde kleedingstukken, die wegens ouder dom door anderen dienen te worden vervangen. De bevoegdheid,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 204