205
nog meer aan tactische waarde winnen, omdat de geworpen granaatkartets
van de gesteldheid van het terrein geheel onafhankelijk is, en zij in verband
met hare steile invalshoeken, bijna als een nieuw strijdmiddel is te be
schouwen.
"Wat kan men nu van dit nieuwe strijdmiddel verwachten?
Het antwoord hierop kan in de volgende stelling worden samengevat
„Voor den eigenlijken veldslag weinig of niets, des te meer echter voor
„alle positiegevechten.Tot staving van dit beweren zij hier vóór
alles herinnerd, dat de worp slechts goede uitwerking belooft tegen
stilstaande doelenbewegende doelen onttrekken zich daaraan nog ge
makkelijker dan aan het granaat- of granaatkartetsscAof. Maar een
stilstaand doel is in den regel ook gedekt. En juist dat gedekte doe]
is het geëigende doel voor het worpvuur. Om het in één woord te
zeggentegenover den worp is geene „Plewnastelling", geen „verschanst
slagveld", geen redoute of veldschans nog houdbaar. Daaraan kunnen
ook de beste gedekte wijkplaatsen niets meer veranderen, dewijl men het
veldwerk toch alleen achter de borstwering staande kan verdedigen en
het worpvuur elke tijdige bezetting dier borstwering volkomen kan beletten.
Men denke zich zulk een veldwerk onder krachtig worpvuur genomen
011 'ga daarbij na dat de juistheid van dit vuur door het stilstaan van
het doel zeer wordt bevorderdiedere schans stelt toch een goedbegrens-
de aardopwerping daar en biedt daardoor uitmuntende richtpunten aan
niet alleen, maar laat ook eene goede waarneming der worpen en daardoor
nauwkeurige correctie toe. Het zal dan ook, bij de thans verkregen groote
trefkans van het worpvuur, zeker niet lang duren of men heeft het werk»
zelfs op afstanden boven de 1000 M. zoodanig onder vuur, dat zich geen
man van de bezetting buiten de wijkplaatsen zal kunnen ophouden.
Bij het schieten is zulk een resultaat, zooals bekend is, daarom moei
lijker te verkrijgen, omdat de borstwering altijd eene zekere dekking te
gen het rechtstreeksche vuur oplevert en dus manschappen, die zich, even
als de Turken bij Plewna, aan den voet van het binnentalud op het banket
nederzetten, zeer weinig te vreezen hebben. Dit verandert natuurlijk bij
steil invallende projectielen geheel. Is de bezetting echter eenmaal in de
wijkplaatsen gedreven, dan bestaat er geen beletsel den aanval tegen het
werk in te leiden en tot op 200 a 300 M., dus op den afstand van het
werkzaam geweervuur, door te zetten. Ook de voldoende opruiming der
aangebrachte hindernissen zal onder die omstandigheden zonder veel be
zwaar kunnen plaats hebben. Is de weg tot het werk op die wijze geëf
fend, dan volgt de stormloop. Ook hierbij behoeft het worpvuur niet te