208 omtrek volstrekt geen schade aan. Bij de kleinste lading werkt de buis, voorzien van werpdop, bovendien slecht door de onvoldoende stabiliteit van het projectiel; dit werd dikwijls in den grond gevonden met de punt naar achteren gekeerd. Granaten zullen dus bij dezen mortier hoofdzakelijk moeten dienen, om zich voor het granaatkartetsvuur in te schieten in de vrij zeldzame gevallen dat men dit niet met de granaatkartets zelve zal kunnen doen. Bij het granaatkartetsvuur werd met 0.12 KG. lading een maximum afstand van 1570 M. bereikt bij eene elevatie van 30°, waarvoor de ge- heele brandtijd der buis (14 sec.) noodig is. De uitwerking der stalen kamergranaatkartets is zeer goed. Zoowel bij het vuren op ongedekte, als op achter eene aarden borstwering of een door levende bamboe voorgestelden kampongrand gedekte doelen werden uitmuntende resultaten verkregen. De doorslagkracht van de kogels dei- granaatkartets bleek ook zeer voldoende te zijn, daar verreweg het groot ste deel der treffers zoogenaamde nuttige treffers waren. Op grond dezer proeven meende de commissie den zwaarsten mortier boven de beide lichtere te moeten aanbevelen. Om het vervoer op moeie- lijk terrein mogelijk te doen blijven, zal het echter noodig zijn dien mortier in tweeën te scheiden en vuurmond en schietgestel elk op een maximum gewicht van 50 KG. te brengen. Op deze wijze kan de mortier met stoel door 1 muildier of door 4 koelies in twee tweemans vrachten worden gedragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 219