210 n In ronde cijfers telden de legers van Bengalen, Bombay en Madras op den len April 1885, en daarachter tussclien haakjes feitelijk, aan: 154000 25000 10000 2700 3000 man (154848) (25843) (10013) (2716) (3118) Infanterie Cavalerie Rijdende, Veld- en Berg- artillerie met 376 vuurmonden Vestingartillerie. Genietroepen Totaal194700 man (196538) Daarbij zijn ook geteld de troepen der Indische Brigade, op expeditie naar Soeakim, die bij het uitbreken van den oorlog met Rusland waren teruggeroepen. Op bovengenoemden datum bevond zich nog geen enkel korps van het moederland in Britsch-Indië, tot tijdelijke versterking van de troepenmacht aldaar. De medegedeelde cijfers geven dus aan de organieke sterkte van het Britsch-Indische leger op 1 April 1885. Hoe groot de feitelijke sterkte van dit leger op dat tijdstip was, deelen de door mij geraadpleegde officieele bronnen niet mede. Hierbij moet worden aangeteekend, dat het leger toen door geene epidemie werd geteisterd. Ook het aantal ziekendat toen in de verschillende hospitalen werd verpleegd, alsmede het cijfer der recruten bij de verschillende korpsen is mij onbekend. Gouvernement. Bataljons. Eskadrons. Batterijen. Vestingcom pagnieën Artillerie. Compa gnieën Ge nietroepen. Aanmerkingen. Bengalen 12 21 4 n n Hierbij zijn niet gerekend de troepen op expeditie Bombay naar Soeakim en de lijfwacht van den resident Madras 6 9 V w van Nepal. Totaal 18 30 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 221