213
Rusland, zoo de oorlog verleden jaar, trots de groote sociale en
politieke quaestiën, die eerstgenoemd rijk zoowel in het binnenland
als het buitenland het hoofd heeft te bieden, uitgebroken ware?
Wie zal daarbij ontkennen, dat het machtige Engeland véél rijker
is dan het nog grootere Rusland om een langdurigen en kostbaren
oorlog te kunnen blijven volhouden? Napoleon I hield reeds met
al deze factoren rekening. Engeland, niet Rusland, was zijn ge-
duchtste vijand. Rusland zelf heeft nimmer de innerlijke kracht
miskend, die er nog altijd schuilt en dus georganiseerd kan "worden
in het Britsche rijk en het Britsche volk, al is het overtuigd dat
het Britsche leger op dit oogenblik de slechtste organisatie heeft van
alle Europeesche legers en de Britsche generaals in militaire talenten
en politieke bekwaamheden niet opgewassen zijn tegen hunne Rus
sische evenknieën, die in de Aziatische school gevormd werden, de
Russische soldaat te velde véél minder kost en toch volhardender
is dan de Britsche en beidende Russische officier en de Russische
soldaat véél meer tact en geduld hebben dan de Brit om met Aziaten
om te gaan.
Bewust van de groote kracht en het prestige van hun land, zien
de Britsche staatslieden en krijgskundigen niettemin de groote geva
ren en rampen voor hun leger, hunne natie en hun rijk, aan een
oorlog met Rusland in Indië verbonden. Daar zal geen maritieme
oorlog worden gevoerd, waarin Engeland steeds zijne grootste kracht
zal kunnen blijven ontwikkelen, maar het zal te land een leger moe
ten bekampen, waarvan de organisatie en het begrip van tucht op
Duitschen leest zijn geschoeid. Zijn de militaire instellingen van hét
Britsche leger er op berekend, Indië bij het uitbreken van en ge
durende een oorlog met Rusland eene aanzienlijke versterking en
aanvulling van geoefende Europeesche troepen te waarborgen Geen
deskundige zal hierop een bevestigend antwoord durven geven. Er
zullen in het begin van den oorlog en wanneer deze niet te lang
mocht duren genoeg vrijwilligers uit alle oorden, waar Eogelschen
zijn, toestroomen om het leger te versterken en deze elementen,
waarin geestdrift, vaderlandsliefde, nationale trots (ook dikwijls eene
zeer goede eigenschap) en élan zijn, kunnen, bij goede aanvoering,
uitmuntende diensten bewijzen, maar zij moeten eerst goed geoefend