215
financieele belangen zijner dienaren; doch het heeft daarbij partij
getrokken van de beproefde en zoo rijke ondervinding der voormalige
Compagnie, die o. a. in een uitgestrekt rijk met een weinig talrijk
personeel werkende, evenals onze voormalige Indische regeering, met
dat personeel wist te woekeren, doch het goed betaalde.
Het moet b. v. onmiddellijk ieder Ned.-Indisch officier treffen, dat
in Britsch-Indië zooveel officieren in civiele betrekkingen worden
gebruikt. Wanneer dit niet te lang plaats heeft, waardoor de officier
langzamerhand veel van zijne militaire bruikbaarheid zoude verliezen,
verdient zulk een stelsel m. i. aanbeveling, omdat het den algemeenen
gezichtskring van den officier slechts ruimer kan maken, wat hem
en den Staat, hoe hooger hij in de militaire hiërarchie stijgt, slechts
ten goede kan komen. De geschiedenis van ons eigen leger leert ons,
dat onze kundigste generaals en legercommandanten zij geweest
zijn, die door de Regeering met het bestuur over eenig gewest zijn
belast geweest. Wel mag het daarom vreemd worden genoemd, dat
dit stelsel door het kleine Nederland, dat nog zooveel méér dan
Engöland met bestuursmiddelen en personeel moet woekeren, in de
laatste twintig jaren weinig meer wordt toegepast. Het bewijst m. i.
dat men te dien opzichte bij ons den verkeerden weg inslaat.
Zou Groot-Brittanje en Ierland, dat zooveel meer ingenieurs dan
het kleine Nederland kan leveren, er zonder gegronde motieven toe
zijn overgegaan, om de overgroote meerderheid der ambtenaren bij
het departement der Burgerlijke Openbare Werken in Britsch-Indië
te doen bestaan uit officieren der Genie? Hebben deze officieren
daardoor iets van hunne bruikbaarheid verloren of wordt zulk een
diensttak, zelfs na eene gewenschte wijziging in de opleiding onzer
militaire ingenieurs voor Indië, toch beter bediend door hen, die van
de Polytechnische school afkomstig zijn Er is anders een tijd geweest,
toen de Nederlandsche Waterstaat even beroemd was als tegenwoordig,
dat civiele en militaire ingenieurs van Nederland afkomstig waren
van de Militaire Academie, zooals Fijnje, Caland en Waldorp, om
het slechts bij deze drie namen te laten.
Waarom ziet men in Britsch-Indië ook het nut in eener vereeniging
van den civielen en militairen Geneeskundigen dienst? Waarom
maakt men daar zelfs Inlandsche geneesheeren