219
Toch denken nog steeds eenige Hollandsche idealisten aan de ver-
eeniging van de beide legers en zij doen dit aan den vooravond der
invoering van den persoonlijken dienstplicht in Nederland, met de
wetenschap der ondervinding van Frankrijk. Anderen gaan niet
zoover en willen slechts de vereeniging der beide officierskorpsen.
Ik zal hier niet in herhaling treden van hetgeen ik hiertegen reeds
elders ik vermeende duidelijk genoeg heb aangevoerd, maar wijs
er slechts op, dat zelfs Engeland van de onmogelijkheid daarvan
zóó overtuigd is, dat het in Britsch-Indië een talrijk officierskorps
heeft, dat speciaal en van jongs af aan voor den Britsch-Indischen
dienst bestemd is. Men denke slechts aan het Staff Corps, dat geen
Generale staf is, maar waarvan de leden aan Indische eischen, zooals
taal- en ethnographische wetenschap, moeten voldoen. Ik verwacht
echter ook nu weder eene negatie van mijn betoog van de zijde
mijner tegenstanders of de gewone beschuldiging dat ik hierbij meer
persoonlijke belangen dan het algemeen of staatsbelang op het oog
heb. Daarop het antwoord schuldig wenschende te blijven, teeken
ik echter nog aandat volgens mijne opvatting het staatsbelang het
best behartigd wordt, wanneer de staat er twee legers op nahoudt,
die elk voor zich geheel kunnen voldoen aan zuiver Hollandsche en
Indische eischenen in dit stelsel slecht past een officierskorps, dat
alsdan geacht moet worden noch volkomen op de hoogte van zijn
taak in Nederland, noch volkomen met die in Indië bekend te
zijn. Persoonlijke belangen kunnen m. i. zelfs niet geschaad wor
den, wanneer elk jaar een 50tal officieren van het Nederlandsche
voor 5 jaren bij het Indische leger worden gedetacheerd, omdat zij
als 2e luitenant iu de sterkte kunnen tellen (1). Detacheeringen
van Indische officieren bij het Nederlandsche leger acht ik alleen
noodzakelijk voor hen, die in Indië en in het buitenland geboren en
opgevoed zijnzij moeten Hollander worden, hetgeen den band met het
moederland versterkt, maar waaraan tot dusverre, helaas, niet gedacht
is. Het motief eener detacheering om in Nederland wetenschappelijke
kennis op te doen, weegt bij mij niet zwaar; het is de plicht van
(1) Sterfte en ontslag op 20 pCt. stellende, zouden na 20 jaren 600 officieren van
het Nederlandsche bij het Indische leger hebben gediend, d. i. circa J van het Hol-
landsch officierskorps.