226 des Konings en burgemeesters, die in bet archief worden gedeponeerd, of het zenden van exemplaren aan gemeentebesturen van het bekende werkjeNeerland,''s leger, dat onopengesneden ter gemeentesecretarie blijft. Ten slotte zij men niet te streng in de definitie van goed gedrag. Het keuren door alle doctoren in Nederland van hen, die zich voor den Indischen dienst aanmelden, zal wellicht hevige tegenkanting ondervinden. Yaak heb ik hooren beweren, dat die keuring zeer moeilijk is en civiele geneesheeren, zelfs met het keuringsvoorschrift in de handen, niet zoo goed kunnen keuren als de meer geroutineerde officieren van Gezondheid. Als leek komt mij het beslissend oordeel ter zake niet toe. Wil men de particuliere geneesheeren, om welke redenen soms meer, niet laten keuren, dan zoude de keuring kunnen plaats hebben door een officier van Gezondheid in het naasthij zijnde garnizoen. Hiertegen zal wel geen overwegend bezwaar zijn, en de keuringskosten zouden dan kunnen vervallen. Yan sommige officieren van Gezondheid heb ik echter gehoord, dat het keuren door par ticuliere geneesheeren nooit een overwegend bezwaar kan zijn, indien hun slechts precies gezegd wordt, wat zij moeten doen. Men late hun een aantal vragen op een gedrukt stuk categorisch beantwoorden en dit stuk, na invulling, ouder aanbod van eede, door hen onderteekenen. Van eene voorloopige keuring moet geene sprake meer zijn. Zoodra een persoon goedgekeurd is en daarna de engagementsacte geteekend heeft, ontvangt de aanbrenger (de agent der Indische werving f 25 premie en de aangeworvene slechts de helft van zijn handgeld uit handen van de civiele of militaire autoriteit (burgemeester of garnizoenscommandant)de wederhelft van het handgeld wordt later doch vóór het vertrek naar Indië uitbetaald. Is de aangeworvene militair, dan blijft hij in hetzelfde garnizoen, bij hetzelfde korps en hij dit korps in suhsistentietotdat hij opgeroepen wordt tot vertrek naar Amsterdam of Rotterdam, om aldaar aan boord te gaan van het schip, dat hem naar Indië zal brengen. Is de aangeworvene een burgerpersoon, dan wordt bij door den burgemeester der betrokken gemeente met al de benoodigde papieren (geboorteacte, toestemming van ouders of echtgenoot, engagementsacte, keuringsacte, enz.) naar het naasthij zijnde garnizoen gedirigeerd, alwaar hij bij een der korpsen in subsistentie wordt gevoerd, totdat ook hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 237