12
houdeu; op vaste punten gestationneerd, voorzagen zij zelf in hunne
behoefte aan rijst en gedroogde visch.
„Bij de beide expeditionnaire colonnes van Bac-Ninh waren er
6000; zeer weinigen deserteerden; aan plundering maakten zij zich
daarentegen algemeen schuldig.
„Iedere groep van 50 koelies werd gecommandeerd door een cai
(korporaal). Elke koelie droeg om den arm of op de borst een stuk
doek met een onderscheidingsteeken voor elk afzonderlijk korps:
AR (artillerie), QG- (quartier général), enz.
„Bij het vervoer der artillerie werden de kanonnen altijd getrokken,
eerst door koelies, later door Tartaarsche paarden, eindelijk door muil
dieren. Ook het munitietransport geschiedde aanvankelijk door koelies
2 a 4. werden gebezigd voor elke artillerie- of infanterie-munitiekist.
Een koelie kan niet meer dragen dan 25 a 30 KG. bij een eenigszins
angdurigen marschde kisten werden met het oog op dit gewicht
bepakt. Later geschiedde het munitievervoer gedeeltelijk met muil
dieren of draagpaarden, maar voor 't grootste gedeelte bleven de
koelies steeds in gebruik.
„Het spreekt van zelf dat van schuiten en jonken zooveel mogelijk
partij werd getrokken."
Uit al de hiervoren beschreven expeditiën, waaruit blijkt dat de
schaarschte en de groote verliezen aan trek- of lastdieren steeds, be
halve in de oorlogen van Afghanistan en Turkestan, er toe gedwongen
hebben, om vroeger of later over te gaan tot vervoer door menschen,
trekt majoor Rocard de conclusie dat de omstandigheden, die di*1
noodzakelijk hebben gemaakt, zich ook in de toekomst onvermijdelijk
zullen voordoen (1). Het is daarom nuttig de practische ervaringen
(1) Eene vergelijking met het oog op den te verrichten arbeid in verschillende
gevallen, tussohen dragers en lastdieren, leidt tot de volgende conclusie:
In sommige klimaten weerstaan de lastdieren veel minder goed aan de vermoeie
nissen dan de inboorlingen; bij ziekte vereischen zij een veel omslachtiger verzorging.
Onder alle klimaten en in de volgende gevallenzeer bergachtige of zeer nauwe
paden, moerasterrein, overgang van rivieren langs waadbare plaatsen van meer dan
1 M. diep of langs smalle bruggen, wier verbreeding veel werk en tijd eischt, kunnen
koelies sneller en goedkooper dan alle andere transportmiddelen tot het doel leiden.