2B1 niet zoo zeer op de vrijwilligers van het Hollandsche, die bij het Indische leger overgaan, en zou er zelfs niet voor zijn, hen het over gaan bij dit leger zoo aanlokkelijk te maken, niet omdat ik hen niet liever zoude willen hebben dan recruten (burgers) en vreemdelingen, integendeel, ik stel zelfs op het overgaan van het Hollandsche kader veel prijsmaar het Hollandsche leger heeft zijne vrijwilligers ook noodig en het Indische leger moet deze het leger in het moederland niet trachten af te troggelen. Ik vermeen, dat in Nederland ruim 1800 gemeenten zijn en neem eens aan, dat al de agenten der In dische wervingvolgens het door mij gewenschte stelsel, elk jaar gemiddeld per gemeente 1 goedgekeurd aangeworvene voor het Indische leger bezorgen. Is deze schatting overdreven? 't Is nog niet eens 1 op de 1000 der mannelijke bevolking van Nederland. Dat zoude alleen aan preniiëu voor de agenten eene som van f 45000 en aan keuringskosten meer dan f 18000 vertegenwoordigenmaar... het Indische leger zoude een suppletiecontingent hebben ontvangen van 1800 burgers en gewezen militairen alléén. Reken hierbij nog de militairen, die van het Hollandsche leger overteekenenlaat dit cijfer nu eens geen 500, zooals ik hierboven heb aangenomen, maal laat het slechts 200 zijn. dan zijn er nog altijd 2000 Nederlanders in één jaar tijds aangeworven voor het Indische leger, d. i. 1 per mille der mannelijke bevolking van Nederland. Evenmin hoop ik mij aan overdrijving schuldig te maken, wanneer ik uit de statistiek der werving in Europa aantoon, dat het geene moeite zal kosten' daarbij jaarlijks gemiddeld 500 vreemdelingen.Duitschers en Vlaarn- sche Belgen, Luxemburgers, Oostenrijkers, Zwitsers en Denen) aan te werven, waardoor het aantal vreemdelingen zoude dalen tot 20 °/0. Zou er nu met eene jaarlijksehe suppletie van 2500 man (de te- genwoordige omstandigheden, waarin het leger verkeert, zijn niet als voorbeeld te nemen en zeer abnormaal) aan geene uitbreiding van het Indische leger kunnen worden gedacht? En zoude Nederland volgens mijn voorstel per hoofd zooveel aan werfkosten betalen als Engeland? Ik meen dit te mogen ontkennen uit vroeger medege deelde cijfers. Atjeh, April 188(1. W. O. Nieuwenhuijzen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 242