239
dit dus den lande geen penning (1). De eenige uitgaaf, die behalve
de munitie ten laste van den lande komt, is die bestemd voor den
aanmaak van scliietbenoodigdheden, en zelfs voor dat doel wordt
meestal nog beschikt over werkkrachten uit den troep genomen. Een
feit is het dan ook dat de daarvoor benoodigde gelden in de laatste
jaren slechts ruim f 3000 per jaar hebben bedragen.
Dat is dus de geheele som, welke de schietoefeningen der infan
terie van het N. I. leger verspreid over ruim 100 garnizoenen den
lande kosten, zeker een gering bedrag (2).
Op zich zelf is dit zeker een verblijdend verschijnsel, want waar
voor tot een zeker doel meer geld uit te geven dan bepaald noodig
is; de vraag is echter, voldoet de tegenwoordige toestand aan re
delijke eischen en wanneer die vraag ontkennend beantwoord wordt
en toegegeven moet worden, dat daarin alleen verbetering is te
brengen door beschikbaarstelling van meer fondsen, dan mag daar
tegen binnen zekere grenzen niet worden opgezien.
Het voorbeeld, ons in den vreemde gegeven, mag worden aange
haald als een bewijs dat men verkeerd handelt door karig te zijn
in het toestaan van gelden voor een doel zoo gewichtig als met de
schietoefeningen van de infanterie wordt beoogd; immers het geldt
hier het beschikbaar stellen van kapitaal voor een zaak waarvan
hooge renten worden verlangd in den vorm van groote schietvaar
digheid van een wapen, dat daardoor alleen aan zijn gewichtige
roeping kan voldoenzeker zouden er, indien dit niet anders kan,
elders gelden te bezuinigen zijn, die aan de schietoefeningen beter
besteed kunnen worden.
(1) Onlangs is de bepaling gemaakt (A. O. No. 39 van dit jaar) dat voortaan de
schietterreinen ten laste van liet gewoon onderhoud door de genie zullen worden in
orde gemaakt, voorwaar een uitstekende regeling, die de oefening van den troep
zeer ten goede komt. Eere wien eere toekomt.
(2) Als een bewijs hoe stiefmoederlijk de infanterie ook in dit opzicht wederom
bedeeld wordt, moge dienen, dat voor proeven en oefeningen bij de artillerie jaarlijks
een som van 5000 wordt te goed gedaan, ongerekend de onkosten aan het vervoer
verbonden, de munitie als anderszins, dus alleen voor scliietbenoodigdheden ovenals
bij de infanterie; ruim de helft van dat bedrag wordt gebruikt voor de oefeningen
van de artillerietroepen, dus bijna zooveel als voor de infanterie, die nochtans de
tienvoudige sterkte heeft. Werd de verschoten munitie in rekening gebracht, dan
zou de vergelijking nog anders uitvallen.