242 met het aanwijzen en dichtplakken verloopen al spoedig eveneens 15 seconden. Wanneer men nu verder in rekening brengt den tijd voor het laden en aanleggen benoodigd en het oponthoud door verschillende oor zaken teweeggebracht, als het doen afzetten, het geven van terechtwij zingen het inschieten van een geweerhet schieten van officieren, de noodige verplaatsingen op de baan, het verwisselen van schijven, het aflos sen van manschappen in den waarnemingspost en dergelijke, dan komt men tot het besluit dat bij het individueel vuren gemiddeld voor elk schot op één baan een tijd van 50 seconden gevorderd wordt. Zijn er veel jonge manschappen aanwezig, die voortdurend terecht gewezen moeten worden, moeten er eenige snelvuuroefeningen plaats hebben of is de compagnie, zooals in den loop van het schietseizoen geleidelijk geschiedt, over de verschillende afstanden verdeeld, dan kan men vooral tegen het einde der schietoefeningen gerust aanne men, dat voor elk schot een tijd van minstens één minuut en zelfs meer gevorderd wordt, tenzij een onvoegzame haast tot grooten spoed drijft, natuurlijk ten koste van het nut der oefening. Een compagnie sterk 60 schuttersongerekend de officieren, die op twéé banen schiet, hetgeen 't zij door gebrek aan officieren of ten gevolge van de inrichting van het schietterrein op de meeste plaatsen regel is, blijft dus, althans gedeeltelijk, ongeveer 21/, uur op het schietterreinrekent men daar nog bij den marsch van en naar het terrein, welke afstand in de groote garnizoenen meestal ongeveer een half uur bedraagt, dan blijkt het dat voor een schietoefening al spoedig een tijd van 31 /2 uur benoodigd is. Tegen het eiude van het schietseizoen is het dan ook een gewoon verschijnsel dat de manschappen, welke het laatst geschoten hebben, eerst tegen 10 uur in het kampement terugkeeren. Dit nu beteekent op zich zelf wel niet veel, maar de aard der oefening maakt dit op den duur zeer inspannendonder de tropische zonal is dit ook in de morgenurenop een onbeschaduwd terrein twéé a 3 uren zich zonder eénige afwisseling op dezelfde plaats op houden, is voor lichaam en geest beide vermoeiend. (1) (1) In Oostenrijk mogen de instructeurs zoowel als de soldaten bij zeer lage en zeer hooge temperatuur niet langer dan twéé uur op het schietterrein blijven. Sehiesz- Instruction, punt 199; zeker een goede maatregel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 253