247 - moet de mau, om de drie schietklassen te doorloopen, 46 individueele oefeningen medemaken en daartoe, wanneer hij bij elke oefening overgaat, minstens 218 patronen verschieten in zijn driejarigen dienst tijd verschiet hij dus allicht 300 patronen, wel een bewijs dat aan de individueele geoefendheid ook daar hooge eischen worden gesteld en een groot patronen verbruik daarvoor noodzakelijk geacht wordt. (1) In Zwitserland, waar buiten het leger zeer veel geschoten wordt, verschiet elk man bij een oefeniDgstijd van 4 maanden in de indivi dueele oefeningen 100 patronen, de karabiniers 140. (2) In Oostenrijk (diensttijd van 3 jaar) verschiet elk soldaat bij de infanteriein de individueele oefeningen 70, bij de jagers 100 patronen. (3) De vergelijking met Eugeland is evenwel het zuiverste, aangezien men ook daar te doen heeft met een vrijwilligerleger van ongeveer gelijk gehalte en denzelfden diensttijd. "Volgens de „Musketry instruction" van 1879 moest elk man (recruut en afgericht soldaat) jaarlijks bij de individueele oefeningen 60 patronen verschieten; nadat evenwel bij verschillende gelegenheden (met name in den oorlog tegen de Transvaal in 1879 en in Egypte in 1882) zonneklaar gebleken was, dat niet alleen de geoefendheid en. de vuurdiscipline van den troep, maar ook en vooral de indivi dueele bruikbaarheid als schutter van de soldaten alles te wenschen overlieten, gingen er van verschillende zijden stemmen op, om op meer en beter onderwijs in het schieten aan te dringen, hetgeen dan ook ten gevolge gehad heeft, dat sedert medio 1883 elke recruut in het eerste jaar 260 patronen moet verschieten, waarvan 170 alleen bij de individueele oefeningen en een afgericht soldaat jaarlijks 160, waarvan 90 bij de individueele oefeningen. (4) Zulke cijfers spreken en wellicht zal ik na overweging van de aangehaalde gegevens niet geheel alleen staan in de meening, dat een verbruik van gemiddeld 65 patronen jaarlijks per man niet voldoende is, om van een recruut een bruikbaar schutter te maken of om de (1) Schiesz-Instruction fiir die Infanterie, 15. (2) Instruction pour le tir a l'usage de l'infanterie suisse, 379 en 398. (3) Schiesz-Instruction fiir die Infanterie und die Jager-Truppe, punt 203. (4) Jahresberichte iiber die Veranderungen und Fortsohritte ira Militarwesen, von H. v. Löbell, jaargang 1884, blz. 139.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 258