oefeningen kunnen uitrukken op minstens 75 °/0 harer sterkte en dit wel, zonder dat andere oefeningen daaronder lijden. Het is hier de plaats niet aan te geven, door welke middelen dat doel te berei ken is; wil men de middelen daartoe zien, dan liggen zij voor de hand en wil men ze niet zien, dan geeft het aanwijzen daarvan niets; maar zooveel is zeker het doel is bereikbaar, als men het maar wil, en zoo ooit dan is het zeker hier de plaats om te bedenken, dat, wie het doel wil, ook de middelen moet willen. Zooals reeds is aangetoond, neemt evenwel bij een sterkte van ongeveer 60 man een individueele schietoefening al spoedig 2'/2 uur op het terrein in beslag; de daarvoor benoodigde tijd zal derhalve bij een sterkte van 100 a 110 man zeker stijgen tot 3 a 4 uur, hetgeen ongetwijfeld te lang is en het geneesmiddel erger dan de kwaal zou maken. Men is dus genoodzaakt om te zien naar andere middelen, die veroorloven om den voor de oefeningen benoodigden tijd belangrijk te verminderen en wel in die mate dat zij in den kortst mogelijken tijd kunnen afgeloopen zijn. Die middelen nu kunnen nergens anders in gevonden worden dan in-een veranderde inrichting van de schietstanden, gepaard met een betere dienstregeling bij de schijf. Intusschen dienen onze schietterreineu ook de gelegenheid aan te bieden tot het houden van tactische schietoefeningen. Zonder eenigen twijfel zal aan die oefeningen in het nieuwe re glement een belangrijker plaats worden ingeruimd dan in het bestaan de en zullen zij beter dan vroeger overeenkomstig de behoefte wor den geregeld zooals zij thans geregeld zijn, verdienen die oefeuingen inderdaad dien naam niet. Het is wel kenmerkend voor den toestand dat bij het ontwerpen van ons voorschrift in 1878 het doel en de beteekenis van die oefe ningen zoo weinig zijn overwogen en begrepen, hetgeen te scherper afkeuring verdient, aangezien zij destijds elders reeds volgens gezonde opvattingen waren geregeld en een raadpleging van de betrekkelijke voorschriften dus zeker tot betere inzichten zou hebben geleid. Zijn onze schietterreinen evenwel reeds nu niet overal voldoende veilig te achten bij het houden van tactische (maandelijksche) schiet-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 260