253 Onmiddellijk, nadat liet schot gevallen is, geschiedt de verwisseling van de schijven op de wijze als hierboven is aangegeven. Aan deze schijfinrichting zijn in het gebruik de volgende voor- deelen verbonden: Geheel samengesteld uit greenen hout, dat ter bescherming tegen weer en wind wordt gekoolteerd, bedragen de kosten van vervaar diging 70 a 80. Reparatie is, na een tweejarige ondervinding, gebleken bijna niet noodig te zijn. Wordt er bij ongeluk al eens een geleilat stuk geschoten, dan kan deze onmiddellijk ten koste van eenige stuivers worden ver nieuwd. Eén man in den waarnemingspost is voldoende voor het verwis selen van de schijven, aanwijzen en plakken; niet gedwongen den waarnemingspost te verlaten, is hij aan geen door onvoorzichtigheid ontstaand gevaar blootgesteld. Daarenboven heeft er een beduidende besparing van tijd plaats, wijl het plakken van de schijf geschiedt in den waarnemingspost en de schutters elkaar dus geregeld en spoedig kunnen opvolgen. 'Yoor kunstmatige, met poorten en traversen aangelegde schiet banen, die zelden breeder dan 6 a 8 M. kunnen zijn, biedt de in richting het voordeel aan, dat men twee schutters van dezelfde plaats gelijktijdig kan laten vuren, ieder op een afzonderlijke schijf. Ook voor de oefening in het vuren op zich bewegende schijven biedc de inrichting een uitstekende gelegenheid. Daartoe worden twéé schijven gebruikt, die nu, echter onafhan kelijk van elkander, over de geheele breedte van het raam, van den eenen stijl naar den anderen zich bewegen. Laat men nu de vrijheid aan .de manschappen in de waarnemings posten, om een schijf van rechts naar links of de andere in tegen overgestelde richting te halen, dan weet de schutter van te voren niet van welke zijde de schijf hem voor den loop van het geweer zal komen. En daar de schijf zich regelmatig en met de gewenschte snelheid beweegt, is het duidelijk dat van den schutter oplettend heid en groote oefening in het snel en juist afgeven van zijn schot worden gevorderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 264