254 Op een dergelijke inrichting met twéé stel schijven werden in 1880 in twéé maanden 17235 patronen verschoten, waarbij slechts een enkele maal het stuk schieten van een geleilat een oponthoud van enkele minuten veroorzaakte. Deze schijfinrichting schijnt eeu zestal jaren geleden bij de Nor maal-schietschool in Nederland in beproeving geweest te zijn, met welken uitslag is niet bekend. In N°. 7 van den Militairen Spectator van 1881 wordt van de hand van den len luitenant-adjudant R. Q-. Moerbeek een beschrij ving aangetroffen van den z. g. „Veilige observatiepost", destijds in gebruik bij het korps genietroepen te Utrecht, luidende als volgt: (PI. II, fig 23, 24 en 25). De veilige observatiepost bestaat uit een gemetseld steenen huisje, inwendig lang 3.5 en breed 2.46 M., aan de voorzijde door een aard- opwei'ping en van boven met asphaltpapier gedekt. Dit huisje heeft drie openingen. De eerste, tot toegang dienende, wordt gesloten door een deur met twee bladen b en c, welke naar binnen opengaan. De tweede opening d, in de achterzijde van het huisje, dient tot waarneming van den kogelvanger, terwijl de derde opening e van ijzeren traliën voorzien is en den aanvoer van licht en lucht mogelijk maakt. Uit het huisje kan een rolwagen op twee ijzeren rails worden gereden, waarop de verschillende schijven in bussen worden vastgezet. Een, met planken bekleede, geringe aardopwerping dient tot bescherming van den rolwagen bij de schietoefeningen. Uit het vorenstaande valt gemakkelijk af te leiden, dat het doel van den ontwerper was, de schijven vóór den schutter te brengen, zonder dat de manschappen in den observatiepost zich behoefden bloot te geven. Dit doel wordt bereikt door een ijzeren stang trekstang genaamd, waarmede de man in het huisje den rolwagen naar verkiezing kan bewegen. Om de manschappen te beletten, het huisje willekeurig te veraten of wel zich bloot te stellen, heeft de deur de volgende inrichring bekomen blad b dient alleen tot toegang en wordt van buiten gesloten, zuodra de manschappen in het huisje zijn; blad c, waaraan een roode schijf g door middel van een ijzeren stang verbonden is, moet telkenmale geopend worden, wanneer de rolwagen met schijf in het huisje wordt getrokken. Is dit blad geopend, dan is de roode schijf als sein onveilig van de standplaats des schutters zichtbaar. (Fig. 25)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 265