256 getal is aangegeven. N°. 3 haakt vervolgens een blikken schijfje, dat aan de eene zijde wit en aan de andere zijde zwart is geverfd, in het laatste kogelgat met de witte oppervlakte naar voren op het zwarte gedeelte der schijf en omgekeerd (/c, lig. 25) en beplakt het voorlaatste gat op de gewone wijze. Ten slotte duwt N°. 2 den rolwagen naar buiten, de deur wordt door N°. 1 gesloten en N°. 3 strijkt het sein door den ring van de pin te schuiven. Het aanwijzen op de schijf door middel van de kleine blikken schijfjes in de kogelgaten gestoken is bij ondervinding gebleken zeer goed te voldoen, zij zijn voldoende zichtbaar en de schutter heeft bij het aan leggen het aangegeven trefpunt altijd in het oog. Een voordeel is dat de manschappen den post niet hunnen verlaten, zij hunnen dus niet getroffen wordeneen nadeel, dat het telkens terug halen en naar buiten brengen van de schijf oponthoud veroorzaakt. De inrichting heeft, behalve de werkloonen en vermoedelijk eenige oude materialen ongeveer 90 gekost. In Nederland is sedert een paar jaren in enkele garnizoenen in beproeving een nieuwe veiligheids-schijfinrichting, ontworpen door den len luitenant-adjudant J. B. Yeltman van het 3de regiment infanterie; van deze inrichting wordt een beschrijving aangetroffen in de 3de aflevering van „de Militaire Gids" van 1885, van de hand van den kapitein der artillerie F. H. Boogaard, waaruit het volgende wordt overgenomen: (1) Het stelsel (PI. II, fig. 26, 27, 28, 29 en 30) berust op een beweegbare schijfinrichting van twee schietschijven, die over evenwijdig achter el kander geplaatste platte ijzeren loopers A worden bewogen door een touw zonder eind B (2), dat over katrollen C loopt en door middel van een rad met zwengel D kan worden heen en weer getrokken. Tusschen en aan dat touw zijn de twee schietschijven zoodanig vast gemaakt dat, als de ééne schijfdoor het draaien van het rad vóór den kogelvanger E is gebracht, de andere automatisch in het schijven- huisje F (achter den waarnemingspost Gj moet verdwijnen en omgekeerd. De schietschijven zijn bevestigd in geslagen ijzeren tweeraderige ge- (1) Vergelijk voor een meer volledige beschrijving met teekeningen het rapport van den len luitenant-adjudant J. B. Veltman dd. Bergen op Zoom 6 Februari 1886, opgenomen in de Verslagen, Rapporten en Menioriën, 18de deel, 2de aflevering. (2) Men heeft voor een inrichting met 2 schijven noodig twéé trekkoorden, één lang 7.5 M., het andere lang 8.5 M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 267