266 Wanneer men nu bedenkt, dat de waarnemingspost met een be kleeding der wanden van bamboe en sassak, hetgeen, althans voor één schietseizoen, ruimschoots voldoende is, niet hooger komt te staan dan op 8 per strekkende M., dan zal een bekleeding met hout, zonder daarvoor de beste soort te gebruiken en zonder raamwerk, van een der wanden zeker wel voor f 10 de M- tot stand te brengen zijn. Voor de schietterreinen te Batavia en te Meester Cornelis zal men moeten kunnen beschikken over waarnemingsposten tot een gezamenlijke lengte van ongeveer 70 M., zoodat voor elk van die terreinen een som van ongeveer f 700 noodig is. In de veronderstelling dat die inrichtingen worden gemaakt in alle garnizoenen van minstens één compagnie, en daarbij rekenende op 40 M., per garnizoen, zal in het geheel een som van 50 X 40 X f 10 f 20000 noodig zijn. (1) Groot kan dat bedrag niet genoemd worden; niet onwaarschijnlijk worden daarmede de gewoon-onderhoudsfondsen niet noemens waard bezwaard. De tegenwoordige schouderweringen van de waarnemingsposten komen natuurlijk geheel te vervallendit verlicht dus het onderhoud, hetgeen vooral bij het opzetten vóór het begin van het schietseizoen wel in rekening mag gebracht worden. Een belangrijke en eigenlijk alles beheerschende zaak is bij de voorgestelde inrichting de toestand met betrekking tot het grond- en regenwater; voor het onschadelijk maken van het laatste zal ver moedelijk een zinkput moeten worden gemaakt, hetgeen voldoende zal zijn, indien althans in de maand Februari niet geschoten wordt; misschien is ook op sommige terreinen het afvoeren van het water op een lager gedeelte of een eenvoudige draineering uitvoerbaar. Aan den eisch, dat het peil van het grondwater 3 M. beneden het maaiveld moet liggen, wordt zeker bij de meeste van onze schiet terreinen niet voldaan, maar deze is ook te hoog gesteld, wanneer men bedenkt dat de ingraving niet dieper dan 1.9 M. behoeft te zijn; zelfs al kan men niet dieper dan 1 M. in den grond gaan om geen last van het water te hebben, dan is er geen bezwaar tegen (1) Bepaalt men zich tot garnizoenen van minstens 2 compagnieën, dan komt men op een uitgaaf van 25 X 50 X 10 12500.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 277