273 Oorlog is te schatten op minstens 2000 boekdeelen, die derYIIeaf- deeling op hetzelfde aantal. Het is ons niet gelukt op te sporen, in welk jaar de eerst be doelde boekerij is opgericht, die der YIIe atdeeling dateert van 1875. Alleen de chef van het wapen der genie geeft ten behoeve zijner officieren een catalogus uit, niet alleen van de boekwerkenwelke bij het hoofdbureau te Bataviamaar ook van die, welke bij het korps genietroepen te Willem I (eene filiaal-boekerij van die te Batavia) aanwezig zijn. Yoor de officieren der overige wapens, voor zoover zij buiten het Departement van Oorlog staanis elk der hier bedoelde bi bliotheken een gesloten boek. Deze bibliotheken staan namelijk alleen ter beschikking van de officieren der hoofdbureaux. De aanvulling geschiedt naar opgave van den betrokken chef en voor wat de aanvulling der boekerij van de IIe afdeeling van het Departement van Oorlog betreft, binnen zekere financieele grenzen, ter keuze van den in Nederland wonenden, gepensionneerden majoor der genie van het Indisch leger W. A C. De Bloerne, welke hoofd officier volmacht heeft, om ieder belangrijk militair geschrift, dat van'de pers komt, herwaarts te expedieeren. Het gevolg van de onderlinge afscheiding der 5 verschillende bibliotheken van het Departement van Oorlog nu is, dat eenzelfde werk dikwijls in 2, 3, 4 of 5voud wordt aangekocht. Zal namelijk een nieuw werk over cholerabacteriën alleen gevonden worden in de bibliotheek van den geneeskundigen dienst; hoogstwaarschijnlijk zal een Fortification du champ de bataille" van den generaal Brialmont, of een „Defense de Sebastopol" van De Todleben, bf een „Yeldtocht van „1866 in Duitschland" van den Breda's chen bibliothecaris Brouwer, in elk der 4 overige bibliotheken aanwezig zijn. Die onderlinge afscheiding leidt alzoo tot hoogere uitgaven, welke vermeden kunnen worden. Om dan ook maar dadelijk zoogenaamd met de deur in het huis te vallen, spreken wij als onze meening uit, dat het niet goed is, dat te Batavia vijf groote militaire bibliotheken worden in stand gehouden. De bibliotheken behooren vereenigd te zijn, terwijl aan het hoofd er van een bibliograaf moet staan, met een hem toege- voegden adjunct en een paar helpers (Inlanders). Die bibliograaf 1886, Dl. II. 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 284