278 verblijf in deze gewesten een verlof naar Europa noodzakelijk is, omdat men hier langzamerhand stil, melancholiek ofsuf wordt en men door een buitenlandsch verlof nieuwe krachten opdoet en frissche denkbeelden en opvattingen verkrijgt. Is nu dit beginsel juist, dan is het behalve in het belang van den persoonook in het belang van den Landedat de ambtenaren na een tienjarig verblijf in Indië met buitenlandsch verlof vertrekken, en kan de aanwijzing van 15 jaren in bovengenoemde bepaling weg vallen een langer verblijf dan 10 jaren moet niet als verdienste gelden. Die bepaling zoude derhalve kunnen luiden. 1. Een onafgebroken diensttijd van tien jaren in Indië of ziekte „geeft recht op een buitenlandsch verlof." Met het 2de punt, dat eenige excepties op het le bevat, kan ik mij geheel vereenigen, echter niet met het, 3e, dat luidt „De verlofstraktementen zijn in twee klassen verdeeld, al naarmate „het verlof' na vijftien of na tien jaren onafgebroken dienst in Indië „wordt verleend. Die van de eerstgenoemde categorie zijn de „hoogste." Het heeft mij bevreemd deze bepaling door den schrijver opge nomen te zien. Op blz. 511 nl. van zijn opstel zegt hij: „Dat wij hier niet „zulleu spreken van kapiteins en luitenants lste en 2dG klasse, die „bij de laatste traktementsverhooging gecreëerd zijn, is duidelijk. „Evenmin als men pensioenen voor beide klassen heeft vastgesteld, „behoeft men verlofstraktementen voor elke klasse afzonderlijk vast „te stellen. Officieren, die geene diensten verrichtenhebben op die nuanceering geen aanspraak Daargelaten of die redeneering juist is, moet ik den schrijver toch de vraag stellen: Waarom dan verschil in verlofstraktementen voor offi cieren van gelijken rang, die geene diensten verrichten Ik acht het geen verdienste eerst na een vijftienjarig verblijf met verlof te gaan; het zijn slechts particuliere belangen, welke dat verlof zoolang doen uitstellen. Ik ben dan ook het denkbeeld toegedaan, dat het goed zoude zijn slechts één klasse van verlofstraktement vast te stellen en dit toe te kennen onverschillig of de officieren wegens ziekte of na een tienjarig of langduriger verblijf met buitenlandsch verlof

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 289