17 Laat ons het allereerst eens onder cijfers brengen, welke de kosten zijn van de hierbedoelde detacheeringen. Hierbij wordt aangenomen, dat naar luid van het betrekkelijk Koninklijk voorschrift, jaarlijks 8 officieren over en weer gedetacheerd worden, voorts dat daaronder 3 kapiteins en 5 luitenants sorteeren en dat zij als gemiddelde doorslag voor drie vierde deel gehuwd, maar zonder kinderen zijn zoodat dus voor eiken gedetacheerde lf maal de passage in rekening moet worden gebracht. Daarentegen moet ook gelet worden op de omstandigheid dat een officier, die gedetacheerd wordt, de kans verliest om gedurende zijn diensttijd met buitenlandsch verlof te gaan wegens langdurigen dienst. Aangezien, volgens eene door mij gemaakte berekening over de laatste zes jaren, gemiddeld 20°/o van het officierskorps van dit verlof ge bruik maakt, moeten de onkosten voor passagegelden hier billijk heidshalve met 20°/o verminderd worden, als wordende dit bedrag in gewone omstandigheden ook zonder detacheering uitgegeven. Alsnu wetende dat een Indisch kapitein 600 en een Indisch luitenant 400 jaarlijks meer aan traktement geniet, komt men tot de navolgende berekening aan Indische zijde: 1 kapitein 5 jaar X 600 toelageƒ3000,— gratificatie voor eerste uitrusting1000, overtochtsgelden heen en weer 1 |x 1450- 20%=2030,- te zamen„6030, 1 luitenant 5 jaar y 400 toelage2000, gratificatie voor eerste uitrusting1000,— overtochtsgelden heen en weer als voren berekend. 2030, te zamenƒ5030, 3 kapiteins en 5 luitenants kosten dus extra den lande 3 X 6030 5 X 503043240, Beschouwen wij thans de officieren van het Nederlandsche leger, die her- 1886 Dl, II. 2 Deze berekening is matig gesteld; zooals later uit dit opstel blijken zal, "waren onder de 167 officieren, die sedert het jaar 1880 over en weer gedetacheerd werden, niet minder dan 88 gehuwden en 119 kinderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 28