288 bekeerd, zoo zijn de officieren door aanbevelingen en wenken tot het sluiten van contracten gebracht en hetzelfde verschijnsel dat men bij Mohamedanen aantreft, nl. dat zij niettegenstaande den uitgeoefenden dwang gehecht zijn aan hun godsdienst, ziet men in het leger bij de aanhangers van contracten, want het sluiten van zoo'n contract voor de voeding van den soldaat wordt tegenwoordig, zonder onderzoek, als geloofsartikel bijna algemeen op gezag gehuldigd. Yraagt het Legerbestuur rapport omtrent de werking dier contracten, dan wordt zoo'n vraag beschouwd als een onderzoek, of de rapporteurs wel zuiver zijn in de leer, en hast men zich de verzekering te geven, dat men niet behoort tot de renegaten. Het geldt hier een landsbelang van groote waarde, daarom doe ik een beroep op die officieren, welke den toestand hebben overzien, om van hunne meening te doen blijken. In aangelegenheden als deze heeft het Legerbestuur recht op nog andere voorlichting dan die der officieele adviezen. Magelang, 14 Augustus 1886. J. C. Schmidt, Majoor der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 299