IS DE VERSTREKKING VAN KLEEDING, BIJ TARIEF
'24 BEPAALD, IN HET BELANG VAN DEN
LANDE EN VAN DEN SOLDAAT?
Ziet hier een vraag die, vooral in do tegenwoordige tijdsomstan
digheden, nu het Gouvernement er op bedacht schijnt te moeten
wezen op alles zooveel mogelijk te bezuinigen en in te krimpen,
wat slechts eenigszins daarvoor in aanmerking kan komen, menigmaal
bij mij is gerezen en steeds ontkennend moest beantwoord worden.
Daar waar het Legerbestuur alles in het werk stelt, de kleeding
van den soldaat zooveel mogelijk te verbeteren en aan de eischen
der hygiëne le voldoen, moeten er dunkt mij ook waarborgen bestaan
dat voor de meerdere uitgaven, die zulke veranderingen en verbeteringen
na zich slepen, de gewenschte uitkomsten worden verkregen en zooveel
mogelijk door een goed beheer daarin wordt te gemoet gekomen.
In opvolging van de thans vigeerende bepalingen ontvangt de
soldaat bij zijne indiensttreding eene eerste uitrusting en vervolgens
gedurende zijnen verderen diensttijd periodieke vernieuwingen naar
gelang van zijnen landaard. Bovendien is de milde bepaling daarbij
gevoegd dat hem, desverkiezende en zoo daartegen geene bezwaren
bestaande halve geldswaarde van enkele kleedingstukken kan worden
uitgekeerd. De verstrekking dier uitrusting en periodieke vernieu
wingen geschiedt gratis en heeft alleen dan op zijne rekening plaats
wanneer hij door moedwil, onverschilligheid als anderszins van zijne
onmisbare kleedingstukken iets is kwijtgeraakt.
Alvorens de wijze van verstrekking, enz. aan te geven, waarbij
volgens mijne bescheiden meening meer het belang van den Lande
en van den soldaat zou worden in het oog gehouden, komt het mij
niet overbodig voor een oogenblik stil te staan bij de nadeelen, die
1886, Dl. II. 20