314 betalingen te Kota Radja, het opmaken van geldelijke en vivres- verantwoordingen, en het uitbetalen, op de posten, aan dwangarbeiders, die te Kota Radja in betaling warenverder bevond deze officier zich gedurende de operatiën op de plaats, waar het Hoofdkwartier gevestigd was. Onder het beheer van Kauffmann heerschte bij het korps dwang arbeiders een voorbeeldige tucht en orde en kon met recht gezegd worden, dat deze lieden alles presteerden wa t met redelijkheid van hen kon worden gevorderd. Zij werden door hem in twee afdeelingen verdeeld; afdeeling A bevatte de voor verschillende werkzaamheden geëmployeerden, afdeeling B de dwangarbeiders voor den transportdienst. Gedurende de jaren 1880 en 1881 nam het aantal dwangarbeiders, in verband met den ingetreden toestand van betrekkelijke rust, gaan deweg af en verminderde dus eveneens het opzichtvoerend personeel. Het militair beheer over de dwangarbeiders bleef echter, ook na de invoering van het Civiel bestuur in April 1881, te Atjeh gehandhaafd Yan af den len dier maand werd, met het oog op het nieuwe aannemings contract, waarbij de vivres voortaan door den aannemer op de posten zelve geleverd zouden worden, een aantal van 2000 dwangarbeiders voldoende geacht. Weldra bleek dit aantal ook nog overbodig groot, zoodat men in 1882 en 1883 niet veel meer dan 1000 dwangarbeiders te Atjeh had. De ontruiming der posten buiten de geconcentreerde stelling en de arbeid aan die stelling deden echter opnieuw grootere behoefte aan dwangarbeiders ontstaan, zoodat de sterkte in 1884 en 1885 tot een 1500tal werd opgevoerd. Thans bedraagt zij weder ongeveer 1000 man. Na het vertrek in 1880 van den kapitein Kauffmann werd het beheer eerst door den kapitein J. P. J. Schulmaijer, en kort daarna van dezen door den oud-kapitein G. S. Schultze overgenomen, welke laatste in Maart van dit jaar naar Batavia werd geëvacueerd en vervangen door den gepensionneerden kapitein Kuhr. In den aanvang van 1884 werd het aantal burgeropzichters ver minderd tot 1 op 300 dwangarbeiders. Omtrent details van het gebruik der dwangarbeiders, hunne voe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 325