321
Eene bepaalde machtiging tot deze handelwijze werd echter nimmer
verleend.
De herkenningsteekenen kwamen terstond na het vertrek der
hoofdmacht in onbruik; in de latere regelingen werden zij ook niet
meer voorgeschreven.
Huisvesting. De dwangarbeiders logeerden in afzonderlijke barak
ken, welke evenals het logies der troepen, gaandeweg meer logeabel
werden gemaakt. In 1878 bestond het dwangarbeiderskwartier te
Pakan Atjeh (Pendetie), gelegen tusschen den grooten weg naar
Lambaroe en de Atjeh-rivier, uit zeven ruime loodsen van bamboe
met atap gedekt en voorzien van zijwanden van gespleten bamboe;
nabij de loodsen waren de keukens en verdere accessoires gebouwd.
Het geheele etablissement, dat eene ruimte besloeg van 142 M.
lengte en 125 a 132 M. breedte, was omringd door een ijzeren hek
van 2 M. hoogte. De dwangarbeiders logeerden op slaaptafels op
schragen; enkele malen werd bij gebrek aan ruimte ook ge
bruik gemaakt van de plaatsen daar beneden. In het geheele eta
blissement heerschte steeds de grootst mogelijke zindelijkheid.
Zieke dwangarbeiders werden in een afzonderlijk hospitaal verpleegd.
Het dwangarbeiderskwartier is thans nog hetzelfde als in 1878;
door het verminderd aantal bewoners is de beschikbare ruimte na
tuurlijk grooter.
Straffen en belooningen. De straffen, bij de Instructie van 1877 voor
geschreven, waren dezelfde als die op bladz. 123 en 124 hiervoren
vermeld
De straffen van opsluiting, aldaar sub b genoemd, werden zelden
toegepast, omdat weldra bleek dat deze straffen, die gepaard gingen
met niets doen, den dwangarbeiders te Atjeh, waar veel gewerkt
werd, niet onaangenaam waren. De rottingstraf bleek, als afschrikkend
en geen beletsel tot werken opleverend, het meest doeltreffend te zijn.
Toch werd er te Atjeh betrekkelijk weinig geslagen; gedurende het
eerste halfjaar van 1880 werden gemiddeld per dag gegeven 20
rietslagen, hetgeen dus niet meer kan geweest zijn dan 1 a 2 gestrafte
dwangarbeiders per dag; op een aantal van gemiddeld ruim 2500
zeker niet te veel. Daarentegen werden dikwijls 2 soorten van straffen
toegepast, welke niet in de instructie voorkwamen nl.
1886, Dl. II. 22