323 vakken reeds vermeld. Uitvoerige periodieke opgaven bestaan slechts over enkele dier tijdvakken; over andere zocht ik die te vergeefs en moet ik mij daarom bepalen tot de volgende globale opgave, grootendeels uit de koloniale verslagen geput. D A T U M. Sterkte. Toelichtingen. 26 April 1874. 667 (Vertrek der hoofdmacht). 1 Januari 1875 ruim 1000 Het maximum aantal dwang 1876 966 arbeiders bevond zich op 1877 3258 Atjeh in de maand Septem 1878 3144 ber 1878; hunne sterkte be 1879 3275 droeg toen 3838 man. 1880 2823 1881 2020 1882 1195 1883 1075 1884 1272 1885 1572 1 Juli. 1885 1604 1 Januari 1886 1384 1 Juli. 1886 1009 Schromelijk is de slachting, welke gedurende den Atjeh-oorlog door allerlei oorzaken onder deze lieden is aangericht. Ook hier van staan mij geene volledige opgaven ten dien ste en kunnen slechts enkele cijfers worden gegeven, die echter z eer voldoende zijn, om zich van de ontzettende verliezen onder de dwangarbeiders een denkbeeld te kunnen maken. De koloniale verslagen spreken van geen andere verliezen dan die door overlijden; zij vermelden in de jaren 1876 tot en met 1880 respectievelijk de volgende sterftecijfers: 1047, 733, 861 1548 en 1270. Deze cijfers, beschouwd in verband met de sterktecijfers uit vorenstaand staatje, leeren dat gemiddeld over dat 5jarig tijdvak het sterfte cijfer bedroeg ruim 40°/o. Het geheele verliescijfer, dat de aanvulling 'sjaars bepaalt, was natuurlijk zeer veel grooter; dit cijfer vindt men af en toe in verschillende rapporten vermeld. Yan het begin der 2e expeditie tot ult°. April 1876 bedroeg het aantal dwangarbeiders, dat ter beschikking van het Legerbestuur werd ge- V 11 11 11 11 V n n V 11 ii 11 V 11 11 V ii n V 11 n n n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 334