- 22 door den regimentscommandant werd afgewezen, op grond van de overweging, „dat zijn eigen officieren vóórgingenen „dat dus eerst „zijn eigen officieren door hem zouden worden voorgedragen, alvorens „een Indisch officier in aanmerking zoude kunnen komen". Wijzen deze twee gevallen op eene minder welwillende behande ling, de billijkheid gebiedt hier aan te teekenen, dat verreweg de meeste officieren van het Indisch leger a part die detacheeringen door chefs en kameraden bij het Nederlandsche leger met de meeste onderscheiding en welwillendheid bejegend worden. Eene andere regeling van de detacheeringen in den boezem van het Nederlandsche leger is dus zeer gewenscht, waardoor het voor den vervolge onmogelijk moet worden, dat een kapitein van het Indisch leger eene Sjarige detacheering bij het Nederlandsche leger zoek maakt, door het ongestoord commandeeren van eene compagnie mili ciens te Haarlem of elders, zonder eene enkele maal iets bijzonders te hebben medegemaakt. Het moet bovendien niet meer kunnen gebeuren, dat het weinig vruchtdragende eener öjarige detacheering afhankelijk zij van de eigenaardige opvatting van een regimentscommandant, die de meening toegedaan is dat zijn eigen officieren steeds dienen voor te gaan en het moet eene uitgemaakte zaak worden een last, een voorschrift dat ieder officier van het Indisch leger in zijn vijfjarig tijdvak niet alleen een cursus medemake aan schietschool, geweerwinkelbij pontonniers en genietroepen, maar (1) tevens twee groote najaars- (1) Ik weet het, dat velen mijner kameraden schouderophalend over het beweerde nut van het medemaken van Nederlandsche manoeuvres zullen denken. Daartegen kom ik bescheiden bij voorbaat op. Bij het Nederlandsche leger is veel te zien en te hooren, dat alleen specifieke waarde voor dat leger heeft, maar evenzeer valt er heel wat te vernemen, dat wel degelijk Indische legerwaarde heeft. De scherpzinnigheid van de te detacheer en Indische officieren moet het weten te onderscheiden, wat goed en wat nutteloos voor het Indisch leger is. Wanneer, om een voorbeeld te noemen, de Indische officier bij de ten jare 1884 benoorden Utrecht gehouden fortmanoeuvres de alarmbel van den kapitein Adels heeft zien werken en de electriciteit almede heeft dienstbaar zien maken, om den vijand zijne nadering zelf te doen aankondigen, dan kan hij na de manoeuvre te huis gekomen, eens gezet gaan overwegen, of zulk eene toepassing van electriciteit ons leger niet te stade komen kan. Een van een trembleur voorzienen gedetacheerden post of een benting, op de accessen des nachts voorzien van het in het Octobernummer van den Nederlandschen'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 33