-331- jrtp'1 staakte men voorloopig het transport te water, omdat te veel troepen voor escortedienst langs de oevers moesten worden afgezonderd. In Juni werd dit echter weder hervat en wel op ruime schaal. In die maand werden niet minder dan 2141 sampans ingehuurd voor het vervoer van gewonden, zieken, vivres en materialen tusschen Kota Radja en Anak Galoëng en tusschengelegene posten. Tusschen Djerir en Anak Galoëng kon nimmer transport te water plaats hebben, omdat het terrein te onveilig was en de Atjeh-rivier op dat traject te veel ondiepten bevat. Ten behoeve der troepen, die in de XXYI Moekims zouden agee- ren, werden in Juni 1879 ook vivres, munitie en andere voorraad met sampans van Kota Radja naar de depotplaats Lamjong aan de Kroëng Tjoet vervoerd. Deze vaartuigen namen hunnen weg door de Atjeh- rivier en het nabij de monding op den rechteroever gelegene kreekje uitkomende bij de Titi-Pandjang, dat bij hoog getij gemeenschap heeft met de lagune, waarin de Kroëng Tjoet valt. Uit een onderhandsch contract van 25 October 1880 voor het vervoer van zieken uit het hospitaal te Lambaroe naar dat te Panteh- Perak blijkt, dat men gebruik maakte van Chineesche sampans, lang 5 of 6 M. en breed (binnenboord) I J- a 2 M., geschikt voor het vervoer van 6 personen en van een tweede soort lang 3 en breed (binnenboord) 1 M.geschikt voor het vervoer van hoogstens 3 per sonen. Yan deze prauwen moesten de zitplaatsen overdekt zijn met atap. De prijs was voor dit traject f 3 per persoon. Goederenvervoer met sampans geschiedde bij voorkeur bij aan neming, omdat het gebleken was, dat de Chineezen bij inhuur zeer weinig laadden. Y r ij e koelies. Hoewel niet behoorende tot het eigenlijke transportwezen, zal hier in 't kort melding worden gemaakt van de vrije koelies en werkers der genie, zoowel omdat zij van tijd tot tijd als reserve voor het korps dwangarbeiders werden gebezigd, als omdat hunne organisatie wel licht ten voorbeeld kan dienen voor latere gelegenheden, wanneer geene of geen voldoende dwangarbeiders beschikbaar mochten zijn. Xa het vertrek der hoofdmacht in April 1874 waren de achter-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 342