334
Yan het werkerskorps werden naar behoeften gedeelten gedetacheerd
naar de posten buiten Ivota Radja; op de nabijgelegen posten bleven
zij in administratie bij het korpsop de overigen werden zij zelfstandig
geadministreerd door den met het werk belasten officier.
In 1881 werd het korps opgeheven, nadat sedert 1879 de wer
ving was gestaakt; vrije geniewerkers worden thans te Atjeh, evenals
elders, plaatselijk aangenomen.
Spoor- en tram weg materieel.
Het groote nut, dat van het gebruik van spoor- en tramwegma-
terieel kon worden getrokken, was bij de uitrusting der 2e expe
ditie ingezien en had men daarom licht vervoerbaar tramwegmaterieel
aan de expeditie willen medegeven. Dit materieel, dat in Engeland
besteld was, kwam evenwel te laat aan, zoodat het moest worden
nagezonden. Het werd kort na aankomst benut voor een rail-
weg van Penajoeng naar het pas veroverde Kota Radja; de weg
liep van de zoogenaamde kleine missigit tot binnen den kraton
de wagens werden getrokken door artilleriepaarden. Yan dit ver
voermiddel heeft men toen zeer veel diensten gehad. Na het vertrek
der hoofdmacht kwam die weg echter in onbruik. Later werd meer
malen van dit of soortgelijke materieel gebruik gemaakt, dikwijls
over banen van groote lengte.
Het lichte tramwegmaterieel kan echter, wat capaciteit betreft,
niet vergeleken worden met spoorwegmaterieel. De besparing, door
een gewone spoorverbinding in de transportmiddelen gebracht, is
haast niet in cijfers te brengen men bedenke slechts eens hoeveel
koelies men gedurende een geheelen dag zou noodig hebben om
den inhoud te transporteeren van één enkelen spoorwaggon over
den afstand, die door dezen in minder dan een uur wordt af
gelegd. De opening van den spoorweg Oleh-leh Kota Radja
was dan ook verreweg de meest ingrijpende gebeurtenis op het ge
bied van het transportwezen gedurende den geheelen Atjeh-oorlog.
Het nut dier verbinding voor het transportwezen kan moeielijk te
hoog worden geschat, nog daargelaten de vele voordeelen, die er
ook in anderen zin door werden verkregen. „Hoe veranderde",
zegt kolonel H. F. Meijer in zijn werk„Atjeh van 26 December