347 reeds een verbeterd voorschrift in bewerking is. Enkele eigenaar digheden kan ik echter niet nalaten te bespreken. Zoodra de recruten door de depotbataljons als afgeëxerceerd zijn afgeleverd en bij de veldbataljons worden ingedeeld, zoude een bataljons- of compagniescommandant, die de gewoonte heeft, zich met de hem toevertrouwde manschappen ernstig te be moeien, dadelijk willen beginnen met zijne soldaten lichaamsoefening voor te schrijven; maar de recruten zijn thans helaas soldaten gewor den en men vindt in ons reglement met nadruk voorgeschreven om trent de gymnastiek-oefeningen (Bijlage A van het Voorschrift betref fende de wapenen en schietoefeningen)In geen geval nemen soldaten daaraan deeldie niet meer recruut zijn alsof de opleiding volmaakt was en de soldaten eene dergelijke goede oefening niet hoog noodig hadden. Schrijf gymnastiek niet voor, wij moeten er vrede mede hebben, maar het te verbieden c'est trop fort. Bij de depotbataljons zal het door den commandant en de onderwij zers zeker opgemerkt zijn, dat op bldz. 78 van het „Voorschrift „betreffende de wapenen en schietoefeningen" staat voorgeschreven „De voorbereidende oefeningen met de recruten nemen een aan- „vang, zoodra zij in de 2e afdeeling der recrutenschool behoorlijk „geoefend zijn." Tot de 2e afdeeling der recrutenschool behoort echter ook het 3e artikel„Vaardig maken, aanleggen en vuren". Het voorschrift beveelt dusbij de recruten eerst te beginnen met het onderwijs in de voorbereidende schietoefeningen, als zij vaardig maken, aanleggen en vuren geleerd hebbendat is zonder eenige voorbereidende oefening of hulpmiddel. De recruten leeren dus eerst aanleggen en vuren uit de vrije hand en daarna hetzelfde op den richtbok. Nu zullen enkele lezers zeggen, in zulke gevallen moet juist de bataljons- of compagniescommandant zijn zelfstandigheid en oordeel toonen, maar men behoeft slechts Alg. Order N°. 72 van 1869 en art. 14 van den Inwendigen Dienst na te lezen, om in te zien dat dit niet is aan te bevelen. Vandaar de slaafsche opvolging van reglementen en voorschriften in ons leger en de wedijver om ze zoo letterlijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 358