364 keurig zooals vóór dien tijdhet eenige abnormale was eene sedert een paar maanden aanhoudende, bijzondere droogte, teu gevolge waar van zelfs het drinkwater schaars was en het water voor de keuken ver moest gehaald worden, weshalve wij dan ook reeds sedert eenigen tijd het drinken van water verboden hadden, steeds koude thee in de kamers aanwezig was, en de leksteenen alle dienst deden in de keu ken om het kookwater te filtreeren. Bovendien vertoonde zich de ziekte alleen onder de bezetting in de bentiDg en is zelfs geen enkel geval daarbuiten bekend, terwijl het Chineesche en Maleische kamp niet veraf liggen, voor een gedeelte zelfs binnen den verboden kring van 200 meter, en het laatste nog wel op laag terrein aan den kant van de rivier en lagune, die 2 maal in de 24 uur, vooral in dien tijd, geheel droog lagen en minder ver kwikkende odeurs produceerden. Niettegenstaande wij geen enkele denkbare oorzaak konden opspo ren, nam de ziekte met den dag in uitbreiding toe; er waren dagen dat, van een bezetting van 30 man, 3 tot 5 man tegelijk moesten geëvacueerd worden. In een rapport ter zake aan den gewestelijk militairen comman dant gaven wij als onze zienswijze te kennen, dat de oorzaak wel in het minder goede physiek gehalte der individuën zelf moest gezocht wordenvooral was dat in het begin onze meening, omdat eerst al de oudere en zwakkere personen waren aangetast, die in het laatste jaar op den post waren geplaatst en waaronder zich velen bevon den, die de ziekte reeds gehad hadden. Yan de koude en vochtige nachtlucht als oorzaak der ziekte had den wij nog niets gehoord en werden wij door het artikel van den majoor Braun voor 't eerst daarop attent gemaakt. Dit gaf ons aanleiding tot een onderzoek in hoeverre dat hier van toepassing kon zijn. Het resultaat van dat minutieus gehouden onderzoek was het volgende: Dat dit reeds in vorige deeeniën door velen als oorzaak werd aangemerkt, zooals Aquila zegt, hebben wij nooit vroeger gehoord 't is best mogelijk dat het daarom wel zoo is doch men ziet, dat het door den majoor Braun „aan den volke „als iets nieuws verkondigen" van die veronderstelling toch zijn goede zijde had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 375