tot ontdekking van de oorzaak der ziekte, zooveel te meer getuigen
de gunstige uitkomsten van genomen preventieve maatregelen voor
het goede daarvan, als die uitkomsten verkregen worden in dezelfde
kazernes, waar nog niet lang geleden die ziekte epidemisch woedde.
Tevens echter is het hier door ons ondervondene een argument
voor de hypothese van Aquila. De gezondheidstoestand was gunstig
van beri-beri was geen sprake; alle levensomstandigheden bleveu
dezelfde en plotseling breekt de ziekte uit, nadat van elders enkele
personen kwamen, die reeds vroeger door die ziekte waren aangetast,
grijpt eerst dezen aan en verspreidt zich daarna onder de gezonde
manschappen.
Wij willen hier nog melding maken van de gunstige resultaten van
genomen proeven in diezelfde richting door een onzer collega's, den
len luitenant P. C. N. Braspot te Koba (1). Koba is eveneens
eene plaats, waar de beri-beri welig tiert. De Heer Braspot nu
schijnt ook van het gevoelen geweest te zijn, dat de invloed der
vochtige nachtlucht bevorderlijk voor die ziekte is, en voornamelijk
de manschappen des nachts op wacht er veel van te lijden hebben.
Nu is het niet mogelijk dien dienst op te heffen, doch wel kan men
trachten de manschappen gedurende dien dienst eenigszins te bescher
men en dat heeft de Heer Braspot gedaan door aan de wacht een vuur
te doen onderhouden, waardoor de uit den grond opstijgende dampen
voor de daar zittende of rustende manschappen eenigszins geneutrali
seerd werden. Behalve dat, zijn door hem de manschappen, die de
ziekte reeds in geringe mate in de beenen voelden, doch nog sterk
genoeg waren te werken, in de detachementskeuken geplaatst, alwaar
ze voortdurend bij een warm vuur konden staan en geen wacht deden.
De uitkomsten waren gunstig. De reeds aangetaste personen zijn
allen genezen en op den post zijn reeds sedert een paar maanden
geen beri-beri lijders meer geweest.
Het opmerkelijke deed zich hierbij voor, dat bij die personen het
zieke been sterk transpireerde, terwijl het niet aangetaste gedeelte
van het lichaam droog bleef.
366
(1) Wij hopen dat onze collega Braspot ons deze vrijpostigheid niet euvel zal
duiden, het geschiedt niet om met andersmans veeren te pronken, doch in de overtui
ging dat alles, wat in deze materie wordt bekend gemaakt, zijn nut kan hebben.