373 eind rondgedraaid; de draden van de schroef grijpen in de tanden aan de buitenzijde der stelschroefmoer en dwingen ook deze tot eene draaiende beweging, terwijl de stelschroef zelf door een nok, die zich in een, op een der zijden aangebrachte gleuf kan verplaatsen, verhinderd wordt mee te draaien en gedwongen zich op of neer te bewegen, naarmate van de richting, waarin de zwengel wordt rondgedraaid. De richting, in welke de zwengel rondgedraaid moet worden, om de stelschroef omhoog te doen gaan, is op de affuit door een teeken aangegeven. Op het achtereinde van het affuitlijf is een plaat geschroefd, waarop een nok met gat, die in eene daartoe bestemde opening aan de boven zijde van het verlengstuk grijpt, wanneer beide deelen vereenigd worden. Die vereeniging wordt volkomen door in het gat van den nok een spie te steken. Verder heeft men aan het affuitlijf nog twee handvatten, die dienen om het te kunnen oplichten, wanneer het verlengstuk aangebracht of afgenomen moet worden. De as is van gegoten staal en de armen zijn prismatisch bijge werkt, om door de steviger bevestiging in de asstroppen, die hiervan het gevolg is, te voorkomen, dat de as bij geremde raderen mee zou draaien. De raderen zijn van hout met bronzen naaf en ijzeren radband; zij hebben 7 velgen en 14 speeken, terwijl het afloopen door een ring met luns wordt tegengegaan. Tusschen dezen ring en het buiten vlak der naaf wordt de hieronder omschreven remschroef aangetroffen. Zooals boven reeds met een enkel woord werd vermeld, is de affuit van een remtoestel voorzien, om den terugloop te verminderen, die bij dezen vuurmond vrij aanzienlijk is, vooral door zijn gering gewicht, dat nog niet eens het twintigvoud van het projectiel bedraagt. Elke asarm heeft aan zijn uiteinde een schroefdraad, waarop een stalen remmoer geschroefd wordt. Wanneer deze moer bijna geheel is aange draaid, raakt haar binnenvlak aan het buitenvlak van de bronzen naaf van het rad. De richting van den schroefdraad, die op beide asarmen verschillend is, is zoodanig, dat bij het terugloopen van het stuk, de wrij ving van beide bovengenoemde vlakken het verder aanschroeven der remmoer ten gevolge heeft. Het uitwijken van het rad naar binnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 384