CONTRACTEN YOOR DE LEVERING VAN ZOOGENAAMDE KLEINE VIVRES. Met leedwezen en verwondering las ik het opstel, in No. 9 van dezen jaargang onder bovenstaanden titel geplaatst. Met leedwezen, omdat er met kwistige hand insinuatiën zijn ge strooid, die den minderen militair een vreemd denkbeeld moeten geven van de plichtsbetrachting, ja van de eerlijkheid van de chefs en van de officieren. Schrijver toch kan het bekend zijn, hoe gretig in cantines en chambrée's couranten en tijdschriftartikelen gelezen en dikwijls geëxploiteerd worden, wanneer daarin het een of ander ten nadeele van meerderen gezegd wordt. Ik ben van oordeel dat de officier door zuivere en eerlijke daden het prestige van zijn rang hoog moet houdenmaar dat hij eveneens verplicht is zijn stem er tegen te verheffen als door zijdelingsche toespelingen in algemeenen zin dat prestige afbreuk wordt gedaan. De soldaat leest ook tus- schen de regels en begrijpt dat uitdrukkingen als: „ter goeder trouw „natuurlijk" (blz. 281) „zijn zeer tevreden" (noot blz. 285) „de korps- „commandant kan gerust zijn" enz. (blz. 286) „vraagt het Legerbe stuur rapport" enz. (blz. 288), hoe zoetsappig ook klinkende, niet de gedachte wegnemen, dat schandelijke verwaarloozing zijner belangen plaats vindt. Ware het niet dat de schrijver, een in't leger bekende persoonlijkheid, geacht wordt geheel vrij te zijn van eenigen eigen waan, de gedachte zou gerezen zijn, dat eigen verheerlijking zeer gemakkelijk wordt verkregen door alle andere personen in een min der gunstig licht te plaatsen. Ik las met verwondering, zeide ik, en dit slaat meer op de opper vlakkige wijze, waarop Schr. deze zaak behandelt en die te voorschijn treedt niettegenstaande de verheven taal en schoone zinnen, in dit opstel ten beste gegeven. De beri-beri geschiedenis, tot heden nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 398