28 edele, maai' daarom niet minder meuschelijke natuur op, als hij zijn collega iedere maand 50 gulden meer ziet trekken dan hij. Tegen zijne redeneering, dat voor denzelfden dienst hetzelfde sala ris behoort te worden uitgekeerd, is niets te zeggen. Men schaffe dus die toelagen af en geve den officier van het In disch leger, die onder betere financieele verhoudingen leefc dan zijn collega van het Nederlandsche leger, eene naar verhouding grootere gratificatie op eens. Men begrijpe mij niet verkeerd, dat deze zoo veel hoogere gratificatie gewild wordt, omdat de Indische officier reeds zooveel beter gerenumereerd wordt dan de officier in Neder land, maar omdat zoo het anders ware met recht te vreezen zoude zijn, dat geen enkel Indisch officier naar eene detacheering naar Nederland zoude verlangen. Het voorafgaande samenvattende, wordt het derhalve in het belang van den dienst geacht 1°. de wederzijdsche detacheering van officieren te beperken tot ongehuwde luitenants van 5 a 6 jaar dienst bij het eigen leger, die nog een 5tal jaren voor zich hebben, alvorens tot kapitein bevor derd te worden 2C. de gratificatie van f 1000 te halveeren, maar die, met gelijk tijdige afschaffing van traktementstoelagen, voor den officier van het Indisch leger met f 2000 te verhoogen. 3e. imperatief te stellen, dat de officier van het Indisch leger zijne detacheering dienstbaar make aan het medemaken, voor den infanterie- officier van een cursus aan schietschool, geweerwinkel, bij pontonniers en genietroepenvoor den artillerie-officier van een cursus te Oldenbroek, te Delft, te Brielle en te 's Hage, bij de artillerie-inrichtingen aldaar en ten slotte voor beiden van twee groote najaarsmanoeuvreseen in de gelederen en een bij den staf; 4°. dat van al de binnentijdsche detacheeringen de officier eene me morie indiene, waaruit de vruchten Yan zijn studie blijken. Een voormalig gedetacheerd officier van het Indisch leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 39