889 vele hunner akals zijn mij bekend. Herhaaldelijk zag ik in ver schillende garnizoenen de praktijken van Chineesche leveranciers, die kleine benoodigdheden voor de menages leverden en vond ik ook daarin nog al wat te laken. Maar mijne vaste overtuiging is, dat eene menage veel beter kan dragen de geringe verdiensten van een handig tusschenpersoon (mits deze aan zijn plicht gehouden wordt, wat mogelijk is en gemakkelijk gaat) dan de belangrijke sommetjes die door knoeierij, nonchalance eu onkunde van menagemeesters aan de menage onttrokken worden. Is een contract in den eenvoudigsten vorm, maar met overleg gesloten (en dat gebeurt, ik stem het gaarne toe, niet altijd), dan kan een handig persoon toch eene billijke verdienste bekomen eerstens omdat hij geen of zeer weinig werkkapitaal behoeft, door de geregelde contante betaling na elke vijf dagen, ten andere omdat zoo iemand de kanalen weet op te sporen en te leiden, waardoor hij een voordeeligen toevoer kan bekomen. De Chinees vooral is handig en ofschoon hij van den Inlander meer haalt dan iemand anders mo gelijk is, levert de dessaman toch gaarne aan den baba. Te Ambarawa heeft men geruimen tijd kunnen zien, dat geheele rijen dessalieden, zoowel vrouwen als mannen, zich eiken morgen met aardappelen, groenten, enz. langs een sawah-pad naar het kampement spoedden, om aan den Chineeschen leverancier hunne waren, in zeer korten tijd, tegen contant geld over te doen. Geen Europeaan zou zoo iets gelukt zijn, want de dessa-Javaan is nog al bang voor Europeesche militairen. Het sluiten van kongsie's voor leveringen van zoo'n ge ringen omvang doet zich niet voor, wel naijver en concurrentie, want het is niet de rijke Chineesche handelaar, die zich daarmede inlaat, maar de beunhaas, die door zeer veel ijver en geslepenheid een ta melijk stuk brood er aan verdienen kan. Schrijver vergist zich, dunkt mij, als hij meent dat het Legerbe stuur in 1882, als ware het een nieuwtje, d weepen de met een in 1881 te Salatiga gesloten contract, zich heeft laten verleiden om het sluiten van contracten aan te moedigen. Slaat men slechts de artt. 117, 130 en 133 op van het Reglement op den Inwendigen Dienst (Uitgave 1873), dan ziet men spoedig, dat daarin meer zorg is be steed aan het onderwerp „levering bij contract", dan aan den inkoop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 400