407
In naam en van wege den Koning!
klaagde ter zake op te leggen, de den officier van gezondheid A. gedane,
voor een geneesheer uiterst beleedigende aantijging, den Hove aanleiding
geeft, de strafwet in casu in al hare gestrengheid toe te passen;
Lettende op de aangehaalde wetsbepalingen en op de artt. 19, 6e alinea
van het Koninklijk besluit van 13 October 1882 No. 26 (Ind. Stbld. 1883
No. 54), 411 van het reglement op de strafvordering en 80 van 's Hofs
provisioneele instructie
Rechtdoende.
Ontvangt het appel;
Vernietigt het vonnis, waarvan appel;
Verklaart den beklaagde en geappelleerde schuldig aan „insubordinatie
„door woorden";
Veroordeelt hem deswege tot de straf van militaire detentie voor den
tijd van één jaar
Veroordeelt den geappelleerde in alle kosten van het geding, zoowel
in eersten aanleg, als in appel gevallen.
Aldus gedaan en gesententieerd op heden den 16™ Januari 1885 enz.
'De Nederlandsclie Nor maal-Schietschool der Infanterie.
Voor hen, die zich met de hoop vleien mettertijd ook in Indië eene
schietschool te zullen zien verrijzen, geven wij het volgende uittreksel uit
het Nederlandsch Recueil Militair, dat de inrichting der Nederlandsche
Schietschool doet kennen.
De bestemming der Normaal-Schietschool is tweeledig:
1°. Onderwijzers te vormen in het schieten en afstanden schatten.
2°. Haar personeel werkzaam te doen zijn tot het nemen van proeven,
door den Minister van Oorlog gelast of goedgekeurd, en tot het geven
van adviezen of het doen van voorstellen, betrekking hebbende op de
draagbare wapenen en de schietoefeningen.
De Normaal-Schietschool is samengesteld uit het volgende vaste per
soneel: een hoofdofficier als directeur, twee kapiteins,
twee luitenantseen adjudant-onderofficier, zes sergeanten en zes soldaten.
Bij de Normaal-Schietschool worden tot het ontvangen van onderwijs
gedetacheerd een voor eiken cursus vast te stellen aantal officieren, onder
officieren en c. q. minderen van de Landmacht en van het korps Mariniers.
Het doel, waarmede vooral officieren bij de Normaal-Schietschool wor
den gedetacheerd, is niet alleen hen te vormen tot goede onderwijzers,
maar hun ook de geschiktheid te geven, om het geleerde bij hunne korp-