- 408 sen over te brengen, en derhalve aldaar op hunne beurt tot het vormen van onderwijzers bij te dragen. Het onderwijs is theoretisch en practisch. Het theoretisch onderwijs der officieren loopt over alles, wat hun een grondige kennis kan verschaffen van de draagbare vuurwapenen in het algemeen en van de Nederlandsehe draagbare vuurwapenen in het bjjzonder. Het theoretisch onderwijs der officieren en minderen loopt over het v Voor schrift betreffende de wapenen en schietoefeningen" bij hun wapen, dat met hen wordt beredeneerd en naarmate van hunne bevattelijkheid wordt uitgelegd en toegelicht. Bij het practisch onderwijs worden de oefeningen doorloopen, die in dat Voorschrift zijn aangewezen, en voorts die, welke de Directeur met het oog op de kennis der vuuruitwerking noodig acht. Naarmate van de gemaakte vorderingen treden onderofficieren en kor poraals als onderwijzers op. De officieren ontvangen bovendien onderricht in al de handelingen, die betrekking hebben op het onderzoeken van draagbare wapenen, op liet zoeken der kogelbaan, der trefkans en der hestreken ruimte, op het bepalen der opzethoogten, op de vuuruitwerking, enz. De Directeur ontvangt, zoo daartoe aanleiding bestaat, van den Minister van Oorlog hevel tot het nemen van proeven, tot het geven van adviezen en tot het doen van voorstellen aangaande onderwerpen, betrekking heb bende op de draagbare wapenen en de schietoefeningen. Hij is bevoegd, om den Minister van Oorlog voorstellen te doen tot het nemen van alle zoodanige proeven, als hem noodig of nuttig voorkomen. De Directeur vereenigt in de onderstaande gevallen de officieren van het vaste personeel in eene commissie tot het regelen der proeven, het vaststellen der adviezen of het doen der voorstellen: 1°. als liet uitdrukkelijk door den Minister is bevolen; 2°. als de omvang en het belang der te behandelen zaken, zoomede de verantwoordelijkheid daaraan verbonden, het hem wenschelijk doen achten. Ten einde haar beter in te lichten over aangelegenheden van techni- schen aard, kan aan de commissie, in het voorgaande artikel bedoeld, worden toegevoegd de inspecteur of onder-inspecteur der draagbare wapenen. Van de jaarlijks door de korpsen voor bet Leger en de Schutterijen aan het Departement van Oorlog ingediende staten betreffende de schiet oefeningen en de munitie, worden door den Directeur verzamelingen op gemaakt, die, vergezeld van de beschouwingen, waartoe die staten hem aanleiding geven, moeten dienen, om over de uitkomsten en den gang van het schietonderricht bij de korpsen te kunnen oordeelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 419