HET BELEG VAN TUYEN-QUAN. Eene episode uit de jonyste Fransche Tonkinexpeditie, {met eene schets.) In het laatst van het jaar 1884 waren de Fransche wapenen in Tonkin niet voorspoedig, hoofdzakelijk doordien, ondanks de herhaal delijk toegezonden versterkingen, de ontzaglijke numerieke overmacht der Chineezen elk duurzaam succes onmogelijk maakte. Zoodra de Franschen in ééne richting met eene flinke macht de vijandelijke massa's terugdreven, drongen andere massa's in andere richting voort en noodzaakten hen de operatiën te staken en het bedreigde gedeelte te hulp te komen. Bij een dier van Fransche zijde offensieve operatiën was de op- marsch van het leger van Quang-Si in October 1884 bij liep en Chu tot staan gebracht en was tevens het leger van Yunnan teruggedrongen tot voorbij Tuyen-Quan, eene Chineesche citadel aan de zoogenaamde Heldere Rivier, zijtak van de Roode Rivier of Song Ka, den hoofdstroom van Tonkin. Onmiddellijk hadden daarop de Chineezen in eene andere richting, van uit Lang Son, het offensief opgevat, zoo dat de generaal Brière de 1' Isle weldra genoodzaakt was, zich met zijne hoofdmacht, in 2 brigades verdeeld, naar die zijde te wenden, daarbij Tuyen-Quan met 500 man bezet latende. Nauwelijks had Brière de l'Isle zijne beweging aangevangen, of het leger van Yrunnan, gesteund door talrijke benden Zwartvlaggen, hervatte zijn gestaakten opmarsch en sloot al spoedig Tuyen-Quan geheel in. Gedurende de operatiën tegen Lang Son kon van de hoofdmacht geene colonne tot ontzet der bedreigde plaats worden afgezonden. Eerst toen Lang Son was genomen, rukte de generaal Brière de l'Isle den 16cn Februari 1885 met de 1° brigade tot ontzet op, bereikte na een 14daagschen, hoogst vermoeiendon marsch de 188G, Dl. II. 28

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 420