posten, die in den rand van dat dorp naar de zijde v.an Tuyen-Quan zijn opgesteld, overhoop en bereikt den buitenrand der bosschen achter Ylazij bemerktop de begroeide hoogten, waar tusschen de weg van Ung-Di loopt, twee werken in aanbouw; de Chineezen of' Zwartvlaggen hebben zich op die hoogten godeploijeerd en bezetten de hoogte, waarop zich de schans bevindt, die don 20cn November on voldoende vernield werd. De verkennende troepen hooren tevens hevig schreeuwen aan hunne rechterzijde; dat geschreeuw komt uit een boschrandwaar voor een zeer diep ravijn ligt. De kapitein Moulinaydie de ver kenning commandeert, schat het aantal Chineezen, dat hij op de hoogten gezien heeft, op ongeveer 500. Overeenkomstig de ontvangene bevelen begeeft de verkenning zich niet in gevecht; zij keert naar de citadel terug, waar zij ten negen ure aankomt. In den loop van den dag bespeurt men over eene groote uitge strektheid rook naar den kant van het ravijn vanwaar de verken nende troepen het geschreeuw gehoord hebben. Dien avo.nd komen spionnen, in die richting uitgezonden, mededeelen dat 7 a 800 Zwart vlaggen achter het ravijn zijn gelegerd en dat zij er een kampement opslaan. De Chineezen, op de hoogten opgesteld, zijn, volgens hunne verklaring, geregelde troepen. 8 December. Van af den 8clt December wordt, omdat de voorraad versch vleesch voldoende is, weder eiken dag een os geslacht, behalve op Dinsdag, wanneer spek wordt verstrekt. Eiken dag, waarop versch vloesch wordt verstrekt, wordt het ration aangevuld met gezouten vleesch. 9 December. Aan eene patrouille van 30 Tonkinsche tirailleurs onder bevel van den sergeant-majoor de Bergues, die dien dag in de richting van Yla werd uitgezonden, gelukt het zonder gezien te worden een kleinen Chineeschou post te naderen en zich van een schildwacht meester te maken. De mededeelingen, door den gevangene gedaan, bevestigen die, welke door de spionnen zijn gegeven. 416

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 427