418
van eene lange dicht ineen gegroeide heg, die het terrein tusschen
Tuyen-Quan en Yla ongeveer in tweeën deelt. De Chineezen
bemerken die bewegingen bijtijds en trekken terug. Gedurende
deze operatie blijven zij in verspreide orde en geene enkele gelegenheid
doet zich voor, om een artillerie-projectiel tegen hen aan te wenden.
15 December.
De bouw van het blokhuis voltooidhet wordt nog dienzelfden
avond bezet. Eiken dag hebben 70 man van het vreemdenlegioen
daaraan gearbeid, terwijl het slechts 5 dagen ged uurd heeft.
16 December.
Twee Chineesche deserteurs (behoorende tot de geregelde troepen)
melden zich in den vroegen morgen aan de citadel. Hunne inlich
tingen bevestigen de vorige rapporten omtrent de aanwezigheid van
1500 Chineezen, geregelde troepen of Zwartvlaggen, in den omtrek van
Tuyen-Quan. Deze beide Chineezen behooren tot eene versterking
van 500 man, die pas van Laokoi is aangekomen.
Om elf uur in den voormiddag zenden de Chineezen eene zelfde
verkenning als den vorigen dag naar het blokhuis; die verkenning
wordt door de bezetting van het blokhuis teruggedreven, door er op
600 M. op te vuren. Geen der Chineezen wordt getroffen.
17 December.
Om half zeven gaat weder eene verkenning, bestaande uit 30 Ton-
kinsche tirailleurs en 20 man van het vreemdenlegioen, onder bevel
van den luitenant Goullet der tirailleurs, in de richting van Yen uit
zij heeft de opdracht eenen weg te zoeken, meer nabij de rivier dan
die op den llen December gevolgd; eenen weg, die wellicht de gele
genheid zou aanbieden, om op den linkervleugel der Chineesche
legerplaatsen te komen.
De verkenning vindt slechts voetpaden die doodloopen, voordat
zij ter hoogte van Yen zijn gekomen.
Inlichtingen, dienzelfden dag door spionnen verkregen, voeren tot
de wetenschap dat de vijandelijke legerplaatsen zich tot aan de Heldere
Rivier uitstrekken.
Daar de vijand twee dagen achtereen eene verkenning naar het
blokhuis heeft gezonden, wordt er om tien uur in den voormiddag