419
een hinderlaag, sterk 30 Tonkinsehe tirailleurs onder bevel van den
sergeant-majoor de Bergues, achter de groote heg gezonden, die de
vlakte tusschen Tuyen-Quan en Yla doorsnijdt. Nauwelijks had
de hinderlaag zich opgesteld, of een troep van 200 Chineezen, geregelde
troepen (uniform met roode uitmonstering), komt uit Yla, gaande
naar het blokhuis. Deze troep (en tirailleur opgelost) wordt op 200
M. voorafgegaan door twee éclaireurs, die den weg van Yla naar
Tuyen-Quan volgen. De hinderlaag laat hen naderen en vuurt a bout
portant op hen. Daar het gros der Chineesche verkenning voorwaarts
blijft rukken, trekken de Tonkinsehe tirailleurs terug en bereiken
Tuyen-Quan weder, de heg volgende tot aan het punt waar zij dooi
den weg van Dong-Yen gesneden wordt. De Chineezen trekken
overigens de heg niet voorbij en maken rechtsomkeert, eenige
minuten nadat zij die bereikt hadden.
18 December.
Een nieuwe hinderlaag, bestaande uit 20 Tonkinsehe tirailleurs
en een peloton van het vreemdenlegioen onder bevel van den twee
den luitenant Proye, wordt om negen uur weder achter de heg ge
zonden. Om tien uur komen de Chineezen weder uit Yla, ongeveer
50 man sterk. Zij marcheeren eenige honderden meters in de richting
van de hegmaar hetzij zij de lucht van de hinderlaag hebben ge
kregen, hetzij om een andere reden, plotseling ziet men hen den
looppas aannemen om weder binnen Yla te trekken.
Om twee uur n. m. komen vier jonken met vivres aan, ten einde
den voorraad der plaats tot zes maanden aan te vullen. Het konvooi
wordt begeleid door een detachement marine-infanterie.
De majoor Bougnié, die postcommandant te Phu-Doan is, heeft
zich met twee compagnieën naar Yuoc begeven, om de passage van
het konvooi voorbij dat gevaarlijke punt op den heen- en terugmarsch
te beschermen.
19 December.
Om negen uur in den voormiddag vertrekken de jonken en het
geleide.
20 December.
Daar het laatste konvooi kinawijn heeft aangevoerd (voorraad