423
ravijn, dat van Truong-Mou naar de Heldere Rivier loopt.
Te Than-Quan bevinden zich 5000 man geregelde troepen van
Yunnan en de weg van Tuyen-Quan naar Phu-an-Binh is be
zaaid met postenwaarin zich nog een duizendtal Zwartvlaggen
bevindt.
29 December.
Het dorp, dat is aangelegd, om alle Anamieten, die zich onder
bescherming van de citadel gesteld hebben, te ontvangen, is gereed
gekomen en de Inlanders gaan er zich vestigenbehalve naar de zijde
van de citadel, is het dorp omringd door een aarden wal van 2 M.
hoogte en 0.50 M. dikte.
De 80 koelies, die gebezigd werden aan de werken in de citadel,
worden als militie ingedeeld voor de verdediging van het dorpzij
vormen 4 sectiën, ieder onder bevel van een caï. De militie staat
onder bevel van den mandarijn Nguyen Don Ban, aan wien de Inlanders
den titel van kapitein der Anamieten geven. Aan dezen mandarijn,
die weinig ingenomen schijnt met de eer die hem wordt bewezen,
is, om hem in zijn commandement behulpzaam te zijn, de doï der
koelies Hang Yan Hinh uit het dorp Yen toegevoegd, een energiek
man, die weet zich te doen gehoorzamen. Het is overigens aan
dezen doï te danken, dat het dorp is gereed gekomen, daar de tong
doï, die oud en ziek is, passieven weerstand biedt aan alle bevelen
die hem worden gegeven.
De bewapening der koelies bestaat uit lansen van aangescherpte
bamboede kapitein der Anamieten heeft een repeteergeweer en een
pistool; de doï heeft een percussiegeweer.
31 December.
Om elf uur v. m. marcheert een troep van 500 Ohineezen, die van
Truong-Mou en Yen komen, in gevechtsformatie op het blokhuis
aan. Witte vlaggen (volgens inlichting, door de beide gevangenen
verschaft, de vlaggen van Lun-Yinh-Phuoc zeiven) worden voor
de linie der tirailleurs gedragen. Op ongeveer 1500 M. van het
blokhuis gekomen, houden de Chineezen halt en maken bijna onmid
dellijk daarop keert.
1 Januari.
Spionnen deelen mede dat Lun-Yinh-Phuoc met een troep